Lange gevangenisstraf voor btw-fraude met co2-emissierechten

Samenvatting


Het onderzoek Dutch Energy/Schone schijn ziet op omzetbelastingfraude met CO2-emissierechten. Het
internationale onderzoek naar deze vorm van fraude met omzetbelasting op de handel in emissierechten
is zeer omvangrijk geweest. X, een 46-jarige man, is op basis van het Nederlandse deel van het
onderzoek, door Rechtbank Den Haag veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van
acht jaar. X heeft leiding geven aan een criminele organisatie die btw-fraude met emissierechten heeft
gepleegd. Hij had de regie over een keten van bedrijven die emissierechten in het buitenland aankochten
en na doorverkoop binnen de criminele organisatie op de Nederlandse emissierechtenbeurs weer
verkochten. Over de in het buitenland aangekochte emissierechten hoefde geen btw betaald te worden.
De organisatie verkocht deze vervolgens in Nederland met btw. Deze btw, meer dan € 6 miljoen, had
aan de Nederlandse fiscus betaald moeten worden. Dat is niet gebeurd. Daarnaast maakte de criminele
organisatie zich schuldig aan valsheid in geschrift door valse facturen op te maken. De Rechtbank
weegt in haar oordeel mee dat de criminele organisatie uit het Nederlandse onderzoek onderdeel was
van een veel grotere criminele organisatie waarin X een prominente rol vervulde. Uit het onderzoek
volgt dat deze criminele organisatie in Nederland en in zes andere lidstaten van de Europese Unie meer
dan € 100 miljoen aan btw opzettelijk niet heeft afgedragen. X, die niet de Nederlandse nationaliteit
bezit, heeft zich tot dusverre verborgen weten te houden voor justitie. De Rechtbank beveelt zijn
gevangenneming.

Noot


De verdachte in deze zaak wordt bij verstek veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie,
het feitelijk leiding geven aan omzetbelastingfraude en valsheid in geschrift. Voor witwassen volgt
vrijspraak. Met een strafeis van vijf jaar en een geldboete van € 1 miljoen is de veroordeling tot acht
jaar gevangenisstraf fors. Omdat het er in deze casus behoorlijk dik bovenop ligt dat sprake is van een
opzetje om met btw te frauderen, is een veroordeling op eerste gezicht niet verwonderlijk. Daarbij moet
dan wel worden opgemerkt dat de verdachte spoorloos is en zich dus niet heeft verweerd. De uitspraak
roept daarmee de vraag op hoe betrouwbaar een veroordeling is als nooit iets is weersproken. Hoe snel
kan worden aangenomen dat de conclusie die het OM ons voorspiegelt juist is, hoe betrouwbaar zijn
(overigens ook niet altijd even concrete) getuigenverklaringen? Welk tegenwicht biedt de rechter als de
verdachte niet voor zichzelf opkomt? Lezing van de uitspraak levert het toch wat ongemakkelijke gevoel
op dat (ook) de Rechtbank zich er op onderdelen gemakkelijk van afmaakt.
Opzettelijk geen aangifte gedaan?
Voor het oordeel dat strafrechtelijk verwijtbaar geen aangifte omzetbelasting is ingediend heeft de
Rechtbank niet meer nodig dan een reeks facturen en de constatering dat een aangiftebiljet is uitgereikt,
dat niet is ingediend. Dat laatste is natuurlijk een belangrijk element. Bij arrest van 23 december 20031
stelt de Hoge Raad vast dat de verplichting tot het doen van aangifte niet ontstaat vanuit een uit de
1HR 23 december 2003, 00158/03, ECLI:NL:HR:2003:AL6161.

Pagina 2 van 21heffingswet voortvloeiende belastingschuld, maar slechts door uitreiking van een aangiftebiljet. Voor
het opzet is echter ook (onder andere) nog relevant of het aangiftebiljet is ontvangen, daadwerkelijk
door de verdachte is gezien en dat de verdachte willens en wetens niet tot indiening is overgegaan en
benadeling van de schatkist daar het gevolg van zou kunnen zijn. Voorts moet het niet doen dan nog op
basis van de IJzerdraad-criteria aan de verdachte kunnen worden toegerekend. Van een toe te rekenen
gedraging in de sfeer van de rechtspersoon kan immers pas sprake zijn indien zich een of meer van de
navolgende omstandigheden voordoen:
·het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking
hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon;
·de gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon;
·de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf;
·de rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden of
vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of
placht te worden aanvaard.

De toerekening is in deze casus een kennelijk gevolg van de bewezenverklaring van de rol van verdachte
bij de criminele organisatie. Uit de uitspraak blijkt van betrokkenheid bij de oprichting van de structuur.
De aansturing nadien gaat via de mail en uit de uitspraak blijkt niet van veel concrete geverifieerde
feiten waaruit kan worden afgeleid dat verdachte ook nadien overal bij betrokken is gebleven. De
conclusie dat verdachte van begin tot eind de regie binnen de handelsketen in handen had, is naar
mijn mening op basis van wat in de uitspraak staat vermeld niet te trekken. Tussen betrokkenheid bij
de oprichting van een bv en aandeelhouder blijven en het door dochterondernemingen versturen van
facturen en het niet doen van aangifte zitten nog heel veel stappen.
Conclusie
Met de opzet van de structuur is in beginsel niets mis. Het probleem (zoals met elke btw-carrousel
overigens) zit in de uitvoering. Uit de uitspraak is niet op te maken in hoeverre verdachte bij de
uitvoering betrokken is geweest, zelfs maar van die uitvoering op de hoogte was. Het gaat om veel geld.
Wie zegt mij dat verdachte niet direct na het uitvoering geven aan een legitieme opzet om te handelen
in emissierechten om het leven is gebracht en de structuur door criminelen is misbruikt? Ik zou menen
dat ofwel de uitspraak een betere motivering verdiende, dan wel de rechter te weinig tegenwicht heeft
geboden aan de hier niet verschenen verdachte. De politie zal de handen nog vol hebben aan het
gevangennemen van de veroordeelde, die kennelijk al de hele tijd verdwenen is. Ik hoop voor hem dat
hij nog in leven is en leeft als een God in, in dit geval, Dubai met de € 100 miljoen die met de carrousel
zou zijn buitgemaakt. Als hetgeen bewezen is verklaard allemaal klopt, komen de aanscherpingen om dit
soort fraudes te voorkomen niets te vroeg.

Ludwijn Jaeger
Jaeger Advocaten-belastingkundigen

Dit bericht werd geplaatst in:

Stuur een reactie naar de auteur