Wel recht op vergoeding proceskosten in beroep ondanks onnodig beroep

 NTFR2014/1405 Welrechtop vergoeding proceskosten in beroep ondanks onnodig beroep HofAmsterdam13maart2014,nr.13/00358 Belastingjaar/tijdvak Wetsartikelen Auteur 2012Brondocument Awb-art. 8:15 Awb-art. 8:75a BPB-art. 2 mr. I.R.J. Thijssen ECLI ECLI:NL:GHAMS:2014:920 Samenvatting Inde uitspraak op bezwaar tegende WOZ-waarde heeftde heffingsambtenaar aanbelanghebbende de kostenvoor eentaxatierapport vergoed,zonder rekening te houdenmetbtw.Belanghebbende heeftberoep ingesteld,omdatde heffingsambtenaar tenonrechte geen btwheeftvergoed.Hangende hetberoep heeftde heffingsambtenaar aanbelanghebbende alsnog de btwvergoed.Belanghebbende heefthetberoep ingetrokkenentegelijkertijd Rechtbank Noord-Holland verzochtom de heffingsambtenaar te veroordeleninde door belanghebbende gemaakte proceskosteninde beroepsfase.Ditverzoek heeftde rechtbank afgewezen,omdatde rechtbank het inroepenvanrechtsbijstand voor behandeling vaneendergelijk geringe kwestie nietredelijk acht.Hethofkomttoteenander oordeel, namelijk datnietkanwordengezegd dathetinstellenvanberoep uitsluitendaanbelanghebbende is te wijten.Belanghebbende heeft danook rechtop eenvergoeding vande proceskosteninberoep.Hethofpastwelwegingsfactor 0,25 toe. (Hoger beroep gegrond.) Commentaar Wanneer eenbelanghebbende geheelofgedeeltelijk inhetgelijk wordtgesteld,geldtals regeldatde door hem in(hoger) beroep gemaakte kostenop de voetvanart.8:75 Awb voor vergoeding inaanmerking komen(HR5 januari 2007,nr.42.548,NTFR2007/119). Vandeze regelmag wordenafgewekenindiende noodzaak tothetinstellenvanberoep uitsluitend voortvloeide uitde handelwijze van de belanghebbende (HR12 mei 2006,nr.42.449,NTFR2006/717 enHR5 oktober 2007,nr.43.329,NTFR2007/1825).Hof Amsterdam maaktduidelijk dathetinstellenvanberoep nietuitsluitend aanbelanghebbende is te wijtenenveroordeeltde heffingsambtenaar vangemeente Oostzaantotvergoeding vande kostenvande beroepsprocedure (wegingsfactor 0,25).Vervolgens oordeelthethofdatwatbetreftde proceskostenvergoeding voor de hoger beroepsprocedure afgewekenwordtvande richtlijnvan gerechtshoven(Stcrt.18 december 2012,nr.26039) om eenwegingsfactor van0,5 toe te passeningevalhetgeschiluitsluitend betrekking heeftop de proceskosten.Hethofkwalificeertde onderhavige hoger beroepsprocedure namelijk als zeer licht(dus wegingsfactor 0,25),maar gaatvervolgens inhetdictum (abusievelijk) tochuitvanwegingsfactor 0,5. [1]Mr.I.R.J.Thijssenis verbondenaanJaeger Advocaten-belastingkundigen. Bron:http://www.ndfr.nl/link/NTFR2014-1405 Datum:11-4-2016 16:28:34 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFRmag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand ofopenbaar gemaakt in enige vorm ofop enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen ofenige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part ofthis publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher’s prior consent.

Stuur een reactie naar de auteur