BTW-fraude m.b.t. levering schrootmateriaal vanuit Nederland naar Verenigd Koninkrijk (pre-Brexit), waarbij verdachte als tussenschakel fungeerde. Medeplegen valsheid in geschrift, begaan door rechtspersoon (meermalen gepleegd).

ECLI:NL:HR:2025:1102

Instantie Hoge Raad

Datum uitspraak 08-07-2025

Datum publicatie 08-07-2025

Zaaknummer 24/02490

Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2025:448

Rechtsgebieden Strafrecht

Bijzondere kenmerken Cassatie

Inhoudsindicatie

BTW-fraude m.b.t. levering schrootmateriaal vanuit Nederland naar Verenigd Koninkrijk (pre-Brexit), waarbij verdachte als tussenschakel fungeerde. Medeplegen valsheid in geschrift, begaan door rechtspersoon (meermalen gepleegd), art. 225.1 Sr. Vrijspraak in eerste aanleg. 1. Heeft hof een verrassingsbeslissing genomen, door verdediging niet in staat te stellen inhoudelijk te reageren op voorgenomen bewezenverklaring? 2. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt over gebruik voor bewijs van app-gesprekken, art. 359.2 Sv. 3. Kon hof overwegen dat C B.V. als schakel in handelsketen tussen D B.V. en haar Britse afnemers geen functie had, omdat de door C B.V. gefactureerde bedragen geen winstmarge bevatten? 4. Kon hof overwegen dat tussen D B.V. en C B.V. sprake was schijntransacties, bedoeld om werkelijke rechtstreekse levering door D B.V. aan Britse afnemers te verhullen?

Middelen falen om redenen vermeld in HR:2025:1103.

Volgt verwerping. Samenhang met 24/02411, 24/02412, 24/02413, 24/02468, 24/02469, 24/02470 en 24/0291.

Vindplaatsen Rechtspraak.nl

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 24/02490

Datum 8 juli 2025

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 24 juni 2024, nummer 23-001229-22, in de strafzaak

tegen

[D] B.V.,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat W. de Vries bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.

De advocaat-generaal P.J. Wattel heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2 Bespreking van de cassatiemiddelen

2.1 De cassatiemiddelen zijn identiek aan de cassatiemiddelen die zijn ingediend in de zaak tegen [medeverdachte] , die is veroordeeld voor het feitelijk leidinggeven aan de in deze zaak tegen de verdachte bewezenverklaarde feiten.

2.2 De cassatiemiddelen falen om de redenen die staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in die zaak met nummer 24/02491 (ECLI:NL:HR:2025:1103).

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Stuur een reactie naar de auteur