Het Cash Compensatie Model
Alle pagina's gelinkt aan
Contant geld blijft een belangrijk maar ook omstreden betaalmiddel. Aan de ene kant adviseert de overheid om voor noodsituaties voldoende contant geld in huis te hebben, aan de andere kant wijst diezelfde overheid erop dat gebruik van contant geld duidt op criminaliteit. Banken zijn kritisch op contante opnamen en stortingen, vooral bij grotere biljetten en bij meer dan € 20.000 per jaar. Ongeveer een jaar geleden ontdekte een samenwerkingsverband van banken en de overheid het zogenoemde ‘Cash Compensatie Model’. De eerste veroordeling voor dat ‘model’ was op 12 november 2024 een feit.
Hoe werkt het? Iemand beschikt over (veel) contant geld. Om dit buiten het zicht van de autoriteiten te houden verricht hij namens een ander, een ondernemer, contante betalingen. Bijvoorbeeld door aan medewerkers van die ondernemer contant loon uit te betalen. Vervolgens stuurt hij die ondernemer een factuur, die de ondernemer per bank betaalt. Het contante geld (de ‘cash’) wordt hiermee zakelijk verantwoord (‘gecompenseerd’) en omgezet in giraal geld. Als dit contante geld niet juist fiscaal is verantwoord of zelfs afkomstig is uit andere criminele activiteiten, is dit een witwasmethode. Voor ondernemers is het belangrijk om hierop alert te zijn.

Banken werken samen met de overheid tegen witwassen
Sinds in ieder geval 6 augustus 2019 wisselen banken ter ‘bescherming van de integriteit van de financiële sector’ informatie uit met het OM, de politie, de Financial Intelligence Unit (FIU) en de FIOD. Aanvankelijk, met vier banken, in het kader van de ‘pilot Serious Crime Taskforce’. Sinds 21 juli 2023, met toen al zes banken (ABN, ING, Rabo, Volksbank, Aegon en Triodos), in het kader van het ‘Convenant Serious Crime Taskforce’.
Voorafgaand aan de oprichting van deze Taskforce wisselden banken sinds 2018 al informatie uit met de FIU, de zogenoemde ‘Fintell Alliance’. Dit om tot een meer efficiënte samenwerking tussen de FIU en Wwft-meldingsplichtige financiële instellingen te komen.
De juridische houdbaarheid van deze samenwerkingsverbanden stond lang ter discussie. De juridische grondslag voor de informatie-uitwisseling was tot 1 maart 2025 niet wettelijk geregeld, na die datum werd de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden van kracht. Een eerder voorstel om bancaire transacties centraal te analyseren was na kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens uit een wetsvoorstel geschrapt. Toch hebben deze, toentertijd niet wettelijk geregelde, publiek-private samenwerkingen een beschrijving van het Cash Compensatie Model opgeleverd. Bij de juridische zuiverheid van de ontdekking en totstandkoming van de beschrijving van deze witwasmethodiek kunnen dus vraagtekens worden gezet. Maar feit is wel dat zowel banken als de (strafrechtelijke) overheid alert zijn op gebruik van dit model als aanwijzing voor mogelijk witwassen.
Witwasvermoeden
Als een mogelijke manier om contant geld wit te wassen met veel tamtam wordt aangekondigd en beschreven, dan is al snel sprake van een ‘vermoeden van witwassen’. Het vermoeden wordt dan aangenomen dat sprake is van witwassen van geld met een criminele oorsprong en het vervolgens is aan een verdachte om een verklaring te geven over de legale herkomst. Dit heet het ‘zesstappenplan’ en dat leidt soms tot een feitelijke omkering van de strafrechtelijke bewijslast die normaalgesproken bij het OM ligt, maar die in dit zesstappenplan (mede) op de verdachte komt te rusten. Als de verdachte niet met een goede verklaring komt die door het OM is te controleren, dan kan dit tot een veroordeling leiden als het witwasvermoeden stevig genoeg is.
Het Cash Compensatie Model past bij een verdergaande achterdocht bij het gebruik van contant geld. Banken stellen steeds meer vragen bij contante opnamen en stortingen. In Europa worden contante betalingen vanaf € 10.000 verboden in 2027. In veel EU-landen is al sprake van wettelijke begrenzing van contante betalingen. Ook in Nederland worden binnenkort contante betalingen van € 3.000 of meer verboden. De aandacht voor het Cash Compensatie Model komt dan ook niet uit de lucht vallen.
Toch zijn er nog steeds sectoren waarin betalen met contant geld gebruikelijk is en was, zowel in Nederland als in de EU en daarbuiten. Bezitters van contant geld zullen zich daarom in veel bochten wringen en ook moeten wringen, om dit geld toch te kunnen gebruiken. Maar als ondernemer in zee gaan met iemand die het Cash Compensatie Model gebruikt is niet aan te raden, omdat dit overduidelijk als witwasvermoeden wordt aangemerkt. Als ondernemer kun je vrijwel onmogelijk aantonen dat het niet om crimineel contant geld gaat. En als je dat al kunt aantonen, dan helpt je dat niet als werknemers met jouw medeweten contant worden uitbetaald. Het contant en zonder inhouding van loonheffing (laten) uitbetalen van werknemers levert immers ook een strafbaar feit op.
Wetenschap van betrokkenheid bij het Cash Compensatie Model
In de situaties die het AMLC en de FIU beschrijven is duidelijk dat er zonder inhouding van loonheffing (‘zwart’) wordt uitbetaald. Het gaat in die situaties om arbeidsintensieve branches zoals de bouw en de pakketbezorging, waarin onderaanneming of uitzendwerk gebruikelijk is. Een aannemer of inlener (pakketbezorgbedrijf) neemt dan een onderaannemer of tussenpersoon in de arm die zijn medewerkers ‘in cash’ zwart uitbetaalt en per bank op factuur betaald (‘gecompenseerd’) krijgt van de aannemer of inlener. De vraag is echter of de (hoofd)aannemer of de inlener wel weet dat er contant en zwart wordt uitbetaald. En als hij dat niet weet: had hij het moeten of kunnen weten?
In binnenlandse verhoudingen zal een aannemer niet snel in zo’n situatie willen belanden vanwege de ketenaansprakelijkheid voor de loonbelasting. Als je bijvoorbeeld aannemer bent en je huurt een onderaannemer in, dan ben je aansprakelijk voor de juiste inhouding en afdracht van Nederlandse loonheffing, ook bij je onderaannemer. Als je in zee gaat met een onderaannemer die zijn in Nederland belastingplichtige medewerkers contant betaalt, dan loop je dus naast een witwasrisico ook nog een groot fiscaal risico. Dat fiscale risico kun je beperken met een zogenoemde G-rekening, maar het ligt niet voor de hand dat een ‘Cash Compensatie Model’ tussenpersoon hieraan zal willen meewerken. Zo’n tussenpersoon zal eerder met buitenlandse medewerkers werken die tijdelijk in Nederland werken, omdat het fiscale risico dan soms minder is.
Het Cash Compensatie Model is natuurlijk breder toepasbaar, er kunnen ook producten mee worden aangeschaft. Dan is het nog moeilijker om erachter te komen hoe jouw leverancier zijn producten heeft betaald. In veel EU-landen zijn er immers al zodanige beperkingen op betalingen in contanten, dat het niet goed mogelijk is om voorraden aan te schaffen met contant geld. Dat maakt ook dat je er in beginsel minder op bedacht hoeft te zijn of jouw leverancier zijn producten al dan niet deels met contant geld heeft ingekocht.
Stel de juiste vragen
Wanneer moet je erop bedacht zijn dat je wederpartij mogelijk gebruikmaakt van een Cash Compensatie Model? Vaak vertelt je wederpartij jou immers niet of hij zijn medewerkers contant uitbetaalt of dat hij zijn producten geheel of gedeeltelijk met contant geld heeft aangeschaft. Door de aandacht die het Cash Compensatie Model nu krijgt is het ook te verwachten dat ‘aanbieders’ hun dienstverlening zullen aanpassen. Met andere woorden: zij zullen nog minder dan nu laten doorschemeren of zij hun medewerkers of wederpartijen geheel of gedeeltelijk contant betalen. Bij buitenlandse aanbieders is dat sowieso ook nu al moeilijk te achterhalen.
De eerste vraag die een ondernemer zich altijd moet stellen, ook als hij niet weet of er in cash betaald wordt, is of een transactie die voor hem aantrekkelijk is voor zijn wederpartij ‘uit’ kan zonder overtreding van wet- of regelgeving. Ook een wederpartij moet immers zijn medewerkers op zijn minst een minimumloon kunnen betalen of zijn leveranciers een eerlijke prijs kunnen bieden. Als dat redelijkerwijs niet kan met het aanbod dat hij jou doet, is dat op zichzelf al reden voor twijfel.
Sowieso is het altijd goed om jezelf daarnaast de volgende vragen te stellen:
- Hoe (goed) ken je wederpartij en zijn vertegenwoordigers?
- Hoe lang bestaat die partij en hoe ‘gerenommeerd’ is die?
- Is het vanuit jouw bedrijf bezien logisch om deze partij in te arm te nemen en wat is dan die (bedrijfseconomische) logica?
Het is ook belangrijk om de antwoorden op deze vragen goed te documenteren als je besluit om met een partij in zee te gaan. Als je over zes maanden, een jaar of drie jaar deze vragen krijgt, dan weet je immers vaak niet meer wat indertijd je afweging is geweest. En bovendien is het voor je bewijspositie beter dat je kunt aantonen dat je toen een bewuste en afgewogen beslissing hebt gemaakt.
Tot slot
Het is te verwachten dat zowel de banken als de overheid (Belastingdienst, OM, politie, FIOD) kritisch zullen zijn op het Cash Compensatie Model. Zij kunnen immers in hun systemen zien of de onderaannemer/uitlener/leverancier girale uitgaven doet die passen bij zijn omzet. Als dat niet zo is, dan zullen zij gaan vermoeden dat contante betalingen worden gedaan. Ook de afnemers van deze partij zullen dan kritisch worden bejegend: wist je ervan of had je ervan kunnen/moeten weten?
Als je daar geen of onvoldoende antwoord op hebt loop je het risico om met jouw bank of met de Belastingdienst of zelfs met het OM in de problemen te komen. Onze zaken laten zien dat je niet moet onderschatten hoe zwaar de bewijslast is die bij jou wordt gelegd.
Kortom: als je lastige vragen krijgt van jouw bank of van de Belastingdienst of de politie/FIOD, die erop duiden dat ze denken dat je met het Cash Compensatie Model (samen)werkt, neem dan zo snel mogelijk contact op met een van onze specialisten.

Stuur een reactie naar de auteur