Nieuwe koers Ontvanger: niet meteen uw woning uit bij betalingsproblemen

De Ontvanger wordt milder; u mag langer in uw woning blijven als u uw belastingschuld niet kunt betalen. Er zijn zaken die u zou kunnen verkopen, waarvan u met de opbrengst de belastingschuld zou kunnen voldoen, maar als u die zaken zou verkopen, u ook gelijk in de problemen zou komen te zitten. Denk aan uw woning of aandelen in uw eigen bv. Het verkopen van die zaken levert geld op, maar dan heeft u geen plek meer om te wonen of u bent uw bedrijf kwijt. Sinds 1 juli 2025 heeft de Ontvanger oog voor die problematiek. Er geldt dan een regeling die het u mogelijk maakt, met behoud van de bij wijze van voorbeeld genoemde zaken, uw belastingschuld af te lossen in maximaal zes jaar.[1] Het eventuele schuldrestant kan worden kwijtgescholden. Aan deze regeling heeft de Ontvanger nog wel bepaalde voorwaarden verbonden, waarvoor advies over invordering vaak een belangrijke rol speelt. In deze blog zal ik dit verder toelichten.

Wat is veranderd?

Vóór 1 juli 2025 moest een belastingschuldige al zijn eigendommen te gelde maken, om zijn belastingschuld te voldoen.  Sommige zaken bleven buiten schot. Denk aan de inboedel, zolang de waarde daarvan niet te hoog was, of de auto met een waarde van minder dan € 3.350.[2] Maar de eigen woning moest nog wel daaraan geloven. Mensen met een forse hypotheekschuld konden dus vervolgens op straat komen te staan met een mager bedrag van overwaarde, waarmee ze ook nog de belastingschuld zouden moeten aflossen.[3] Zeer “onredelijk” en “bezwarend” voor hen, uitgedrukt in termen die de Ontvanger gebruikt.[4]  

Gelukkig is sinds 1 juli 2025 de toestand voor de belastingschuldige in dit soort gevallen rooskleuriger. Bezitters van “illiquide vermogen”, zoals de eigen woning, kunnen nu in aanmerking komen voor de betalingsregeling van maximaal zes jaar. Een eventueel resterende belastingschuld wordt kwijtgescholden maar de Ontvanger verbindt aan een en ander wel voorwaarden.  

De voorwaarden

De eerste voorwaarde is dat u particulier bent. Ondernemers en bedrijven vallen niet onder deze regeling. Verder is deze regeling slechts van toepassing op de onderstaande belastingen:[5]

  • Inkomstenbelasting
  • Loonbelasting verschuldigd door werknemers
  • Motorrijtuigenbelasting
  • Belasting zware motorrijtuigen
  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting
  • Recht van overgang
  • Belastingen van rechtsverkeer

De tweede voorwaarde is dat alle ‘misbare’ zaken worden verkocht om de belastingschuld af te betalen. De Ontvanger gaat ervan uit dat u alleen die zaken niet hoeft te verkopen waarvan het “onredelijk bezwarend” is om dat te doen. In mijn termen zijn dit ‘niet misbare’ zaken: zaken waarvan het gemis u in de problemen brengt, zoals uw woning en de aandelen in uw bv. Luxegoederen, zoals een plezierjacht of een tweede woning, worden niet snel aangemerkt als ‘niet misbaar’. Bij de misbaarheidsvraag spelen ook de hoogte van de belastingschuld en de waarde van de te verkopen zaak een rol. Eigenlijk moet de Ontvanger een afweging maken als volgt: is het onevenredig om van de belastingschuldige te verlangen deze zaak te verkopen om zijn belasting te betalen? Als ik de term zo formuleer, dan laat het zien dat hier ruimte is om te onderhandelen.

De derde voorwaarde is dat u naar redelijke verwachting in maximaal zes jaar een bedrag gelijk aan de nettowaarde van de ‘niet misbare’ zaak of de belastingschuld (als die lager is) aflost. De nettowaarde van de ‘niet misbare’ zaak is de waarde daarvan verminderd met de daarop rustende schulden. Ik geef het volgende voorbeeld van een woning belast met hypotheek en een belastingschuld van € 450.000:

Waarde woning:            € 800.000

Hypotheekschuld:         € 500.000

Nettowaarde woning: € 800.000 – € 500.000 = € 300.000

Belastingschuld:            € 450.000

In het voorbeeld, moet u € 300.000 aan de Ontvanger betalen in maximaal zes jaar. Hoeveel jaar u echt de tijd krijgt om af te lossen is afhankelijk van uw financiële mogelijkheden. De vuistregel is dat u meer tijd krijgt om te betalen naarmate u minder vrij te besteden overhoudt van uw inkomen. Zet al uw inkomsten en kosten op een rijtje en bekijk of er voor u een redelijke betalingsregeling opgezet kan worden. Let wel dat als u niet genoeg vrij te besteden heeft om de nettowaarde van de woning of de belastingschuld binnen zes jaar af te betalen, er geen betalingsregeling komt. U bent dan dus gedwongen om uw woning en uw aandelen wel te gelde te maken. Als aan de voorwaarden van de nieuwe regeling wel wordt voldaan, wordt een eventueel restant van de belastingschuld kwijtgescholden na afloop van de betalingsregeling. In het hiervoor gegeven voorbeeld komt dat neer op een kwijtschelding van € 150.000.  

Let ook op dat de Ontvanger de betalingsregeling tijdens de ‘rit’ kan aanpassen of beëindigen. Dat kan bijvoorbeeld wanneer hij constateert dat u niet langer in staat bent om de nettowaarde van de ‘niet misbare’ zaak te betalen binnen zes jaar. Mocht u de ‘niet misbare’ zaak toch verkopen dan eindigt de regeling ook en moet u uiteraard met de netto-opbrengst de belastingschuld aflossen. Maar de Ontvanger kan de betalingsregeling ook in uw voordeel aanpassen, bijvoorbeeld door u meer tijd te geven voor aflossen omdat u minder bent gaan verdienen (de limiet van zes jaar blijft wel gelden). Andersom geldt niet: de Ontvanger mag u niet minder tijd geven om af te lossen wanneer u meer bent gaan verdienen.

Het zal u duidelijk zijn dat de regeling diverse interpretaties mogelijk maakt en dat voor een goede betalingsregeling juridische bijstand binnen civiele procedures beslist geen kwaad kan. Jaeger Advocaten-belastingkundigen is graag bereid u daarbij terzijde te staan.


mr. L.B.M. Brakel

brakel@jaeger.nl
+31 (0)20 676 04 81


[1] Besluit Staatssecretaris van Financiën 26 juni 2025, nr. 2025-070007.

[2] Artikel 12, tweede lid, Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

[3] https://www.nationaleombudsman.nl/nieuws/column/2022/verkoop-je-huis-maar

[4] Artikel 12, vijfde lid, Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

[5] Artikel 10 Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Dit bericht werd geplaatst in: Invordering

Stuur een reactie naar de auteur