forfaitaire vergoeding hoorzitting gematigd omdat die de in redelijkheid te maken kosten ver overtreft Rechtbank Den

 NTFR2016/1913 PKV: forfaitaire vergoeding hoorzitting gematigd omdatdie de in redelijkheid te maken kosten ver overtreft Rechtbank Den Haag01april2016,nr.15/7995 en 15/7996 en 15/7997 Belastingjaar/tijdvak Trefwoorden Wetsartikelen Auteur ECLI 2015Brondocument beroepsmatig verleende rechtsbijstand, bijzondere omstandigheden, no cure no pay, proceskostenvergoeding, samenhangende zaken BPB-art. 2 Awb-art. 7:15 Awb-art. 7:15 BPB-art. 2 Mr. V.S. Huygen van Dyck-Jagersma ECLI:NL:RBDHA:2016:6281 Samenvatting De heffingsambtenaar heefttijdens eenongeveer vier uur durende gecombineerde hoorzitting de bezwarenvanééngemachtigde, namens vijftienbelastingplichtigen,ter zake van61 WOZ-objectenbehandeld.De inspecteur heeftvoor belanghebbende hetbedrag aan proceskostenvergoeding voor hetverschijnenop de hoorzitting op € 22,18 vastgesteld.Inberoep is ingeschilofde inspecteur terechtis afgewekenvande forfaitaire regeling. Onder verwijzing naar de nota vantoelichting bijhetBPB,HR8 april2011,nr.10/00652,NTFR2011/792,HR9 oktober 2015,nr. 14/04108,NTFR2015/2881,enHR25 september 2015,nr.14/04107,NTFR2015/2635,overweegtde rechtbank datafwijkenvande forfaitaire regeling wegens bijzondere omstandighedenterughoudend moetwordentoegepast,datvoor afwijkenaanleiding is als het voor elke individuele zaak vasthoudenaande forfaitaire regeling leidttoteenvergoeding die de inredelijkheid gemaakte kostenver overtreftendatvergoedingenop grond vanhetBPB hetkarakter hebbenvaneentegemoetkoming inde werkelijke kosten.De vraag of sprake is vaneenbijzondere omstandigheid kanvolgens de rechtbank per proceshandeling wordenbeoordeeld.De rechtbank berekent datde totale kostenvergoeding voor hetbijwonenvande hoorzitting op € 2.440 zouuitkomen.Vervolgens berekentde rechtbank het uurtariefdatuitgaande vande forfaitaire vergoeding door de gemachtigde zouzijngenotenvoor de door hem verrichte werkzaamheden metbetrekking totde hoorzitting.De rechtbank rekentuitdatbijna 8 uur aanwerkzaamhedenzijnverrichtmetbetrekking totde hoorzitting.Datleidttoteentariefvan€ 315 (incl.btw) per uur.Bijde beoordeling ofde forfaitaire vergoeding de inredelijkheid gemaakte kostenver overtreftkiestde rechtbank er voor ‘de inredelijkheid gemaakte kosten’ te bepalenop € 250 per uur,omdatindit gevalbijstand is verleend op basis vanno cure,no pay.De forfaitaire vergoeding overtreftdus ver de inredelijkheid te makenkosten. Daarom matigtde rechtbank de kostenvergoeding voor hetbijwonenvande hoorzitting tot€ 200 per uur.De totale vergoeding voor de hoorzitting bedraagtdaardoor € 160 per zaak.Metbetrekking tothetsubsidiaire standpuntvande inspecteur oordeeltde rechtbank dat inde bezwaarfase géénsprake is vansamenhangende zakeninde zinvanart.3 BPB. (Beroepengegrond.) Commentaar Evenals HofArnhem-Leeuwardeneerder ditjaar (26 januari 2016,nr.15/00914,NTFR2016/818) oordeeltde rechtbank indeze zaak datonder bijzondere omstandighedenvanhetforfaitvoor de proceskostenvergoeding kanwordenafgeweken,als toepassing vanhet forfaitzouleidentoteenvergoeding die de inredelijkheid te makenkostenver overtreft.De wijze vanmatiging,door hetomgerekende gemiddelde uurtariefte matigentot€ 250 c.q.€ 200,doetdenkenaande wijze waarop de vergoeding voor ‘inredelijkheid gemaakte kosten’ bijvrijspraak ofsepotexart.591a Svinstrafzakenwordtvastgesteld. Hetoordeelvande rechtbank,onder verwijzing naar de bedoeling vande forfaitaire regeling,kanook ineenspiegelbeeldige situatie wordentoegepast.Inde nota vantoelichting bijhetBPB wordtopgemerktdat‘inuitzonderlijke omstandighedenstrikte toepassing van deze regeling onrechtvaardig [kan]uitpakken.Daarom is bepaald datde rechter inbijzondere omstandighedende volgens hetBesluit berekende vergoeding – overigens zonder afte doenaanhetkarakter vaneentegemoetkoming inde daadwerkelijke kosten– kan verlagenofverhogen’ (Stb.1993/763,p.10-11). De gedachte achter hetforfaitis een‘tegemoetkoming inde daadwerkelijke kosten’ geletwaarop de vergoeding naar beneden(zoals in deze zaak) ofnaar bovenkanwordenbijgesteld.HR20 februari 1998,nr.16.474,BNB 1998/207,onder de pre-BPB situatie illustreert hetuitgangspuntdatde schade voor het(achteraf) onjuiste besluitnietvoor rekening vande individuele burger dientte komen.Uiteraard is integrale vergoeding vande gemaakte kostenvoor rechtsbijstand juistnietde bedoeling achter invoering vande forfaitaire regeling. Onder omstandighedenkanhetoordeelechter – spiegelbeeldig aandeze zaak – luidendatde redelijkerwijs te makenkostende proceskostenvergoeding op basis vanhetforfaitver overtreft,zodatde vergoeding naar bovendientte wordenbijgesteld. [1]Vanessa HuygenvanDyck-Jagersma is verbondenaanJaeger advocaten-belastingkundigente Amsterdam. Bron:http://www.ndfr.nl/link/NTFR2016-1913 Datum:27-9-2016 10:40:49 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFRmag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand ofopenbaar gemaakt in enige vorm ofop enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen ofenige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part ofthis publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher’s prior consent.
Dit bericht werd geplaatst in:

Stuur een reactie naar de auteur