Gebrekkige rechtbankuitspraak vernietigd en zaak teruggewezen door hof

Samenvatting


Belanghebbende is in de lokale heffingen betrokken. Na bezwaar heeft hij beroep bij Rechtbank Zutphen aangetekend. De rechtbank heeft belanghebbende in het ongelijk gesteld. In hoger beroep klaagt belanghebbende onder meer erover dat hij niet is uitgenodigd voor een zitting. Het hof constateert dat de mondelinge uitspraak niet vermeldt wanneer de mondelinge behandeling is gehouden noch wie daarbij aanwezig waren. Voorts ontbreekt een proces-verbaal van de griffier. Gelet hierop, concludeert het hof dat niet kan worden vastgesteld dat het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in overeenstemming met de wettelijke bepalingen daaromtrent en met de beginselen van een goede procesvoering. Daarom vernietigt het hof de uitspraak en wijst de zaak terug naar de rechtbank.
(Hoger beroep gegrond.)


Commentaar


Art. 8:67 Awb bepaalt dat de rechter een mondelinge uitspraak kan doen en dat daarin de beslissing en de gronden voor de beslissing moet worden vermeld. Verschijnt een belastingplichtige niet ter zitting, dan kan de rechter zich niet tot deze twee items beperken.
De Hoge Raad is namelijk van oordeel dat de mondelinge behandeling voor de rechter in belastingzaken centraal staat en van essentieel belang is. Art. 8:37, lid 1, Awb schrijft dan ook voor dat de uitnodiging voor de zitting aangetekend/met ontvangstbevestiging moet worden verzonden. Verschijnt een partij niet op de zitting dan moet in de uitspraak de feiten worden opgenomen waaruit blijkt dat de uitnodiging voor de zitting op regelmatige wijze tijdig op het desbetreffende adres is aangeboden. De enkele vaststelling dat de betrokken partij correct is opgeroepen, is dus niet voldoende (zie HR 11 oktober 2000, nr. 33.540, NTFR 2000/1776, HR 5 september 2003, nr. 38.604, NTFR 2003/1507, HR 9 januari 2004, nr. 38.757, NTFR 2004/50 en HR 21 maart 2003, nr. 37.970, NTFR 2004/705 en nr. 37.971, NTFR 2004/706).
In dit geval heeft de rechtbank in de uitspraak niets opgemerkt over wanneer de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden, noch dat de belastingplichtige daarvoor op regelmatige wijze is opgeroepen. Het hof heeft de uitspraak van de rechtbank dan ook terecht vernietigd en de zaak teruggewezen naar de rechtbank voor een hernieuwde behandeling.


[1] Mr. M.H.W.N. Lammers is advocaat bij Hertoghs advocaten – belastingkundigen.

Bron: http://www.ndfr.nl/link/NTFR2012-490
Datum: 25-4-2016 14:01:47

Dit bericht werd geplaatst in:

Stuur een reactie naar de auteur