Inspecteur maakt verzending aanmaning niet aannemelijk

Samenvatting


Aan belanghebbende is een aanslag VPB opgelegd met verzuimboete. In geschil is of belanghebbende de herinnering en/of de aanmaning heeft ontvangen.
De inspecteur heeft kopieën van de aanmaning en de herinnering overgelegd. Belanghebbende heeft een ambstedige verklaring van een medewerker van de Belastingdienst overgelegd. Daarin wordt verklaard dat de aanmaning tot het doen van aangifte op 1 september 2010 is verzonden. Ter zitting heeft de inspecteur een nieuwe ambtsedige verklaring overgelegd van een andere medewerker van de Belastingdienst. Daarin wordt verklaard dat de medewerker uit de geautomatiseerde systemen van de Belastingdienst heeft achterhaald dat de aanmaning op 8 september 2010 aan PostNL ter postverzending is aangeboden.
De rechtbank acht de inspecteur er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat de aanmaning naar belanghebbende is gestuurd. De kopieën zeggen niets over de vraag of ze ook zijn verstuurd. Daarnaast zijn er twee ambtsedige verklaringen die tegenstrijdige verzenddata geven. Die maken de verklaring niet geloofwaardig, aldus de rechtbank.
(Beroep gegrond.)


Commentaar


Op grond van art. 8:42 Awb dient de inspecteur een verweerschrift en alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank te overleggen. Uit HR 25 april 2008, nr. 43.871, NTFR 2008/871 en HR 9 april 2010, nr. 43.448, NTFR 2008/873 volgt dat dit artikel ruim moet worden opgevat.
In dit geval is onderwerp van geschil of de inspecteur terecht een verzuimboete heeft opgelegd wegens het niet tijdig doen van aangifte.
Om daartoe te kunnen overgaan moet de inspecteur de betrokken belastingplichtige een aanmaning hebben gezonden. De bewijslast dat een aanmaning is verzonden rust op de inspecteur. De stukken die daartoe bewijs kunnen aanleveren, dienen dus als op de zaak betrekking hebbend te worden overgelegd.
Aan die verplichting heeft de inspecteur niet voldaan. Door de inspecteur is namelijk slechts één van de twee ambtsedige verklaringen over de verzending van de aanmaning aan de rechtbank overgelegd. Dat er twee verklaringen zijn, is bekend doordat de betrokken belastingplichtige bij zijn beroepschrift een ambtsedige verklaring heeft overgelegd. Hoe de belastingplichtige daaraan is gekomen, is niet duidelijk. Vermoedelijk heeft hij deze verklaring in de bezwaarfase van de inspecteur ontvangen als bewijs voor het verzenden van de aanmaning.
Tussen de twee verklaringen zit een belangrijk verschil. De ene verklaring stelt dat de desbetreffende aanmaning op 1 september 2010 is verzonden en de andere op 8 september 2010. De reden dat de eerste verklaring niet door de inspecteur is overgelegd, is omdat die verklaring belastend zou kunnen zijn voor de betrokken ambtenaar, aldus de inspecteur ter zitting. Dit is echter geen reden om een bepaald stuk niet als ‘op de zaak betrekking hebbend’ te kwalificeren. De inspecteur had deze verklaring dan ook moeten overleggen in de beroepsfase. De uitleg die de inspecteur geeft, noopt tot de gedachte dat de verklaring van de ambtenaar in strijd met de werkelijkheid is afgelegd en dus een valse verklaring is.
De rechtbank maakt terecht korte metten met de verklaringen. Enerzijds omdat de inspecteur geen deugdelijke toelichting geeft voor het verschil in de genoemde data van verzending van de aanmaningen, maar anderzijds ook omdat de verklaringen niets zeggen over de verzending van de specifieke aanmaning. De verklaringen zien immers alleen op het totaal aantal poststukken dat met een bepaald generatienummer is aangemaakt en ter post zou zijn aangeboden.
De rechtbank concludeert dan ook dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat een aanmaning is verzonden en vernietigt de verzuimboete. Het werkproces van de Belastingdienst waarin geen kopie wordt bewaard van verzonden aanmaningen en waarin de aanmaningen ook niet aangetekend worden verzonden, blijft terecht voor rekening en risico van de inspecteur.


[1] Mr. M.H.W.N. Lammers is advocaat bij Hertoghs advocaten – belastingkundigen.


Bron: http://www.ndfr.nl/link/NTFR2013-705
Datum: 25-4-2016 13:32:55

Dit bericht werd geplaatst in:

Stuur een reactie naar de auteur