NLF 2025/2129, Voormalig Jumbo-topman veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf
Alle pagina's gelinkt aan
Rechtbank Noord-Nederland 7 augustus 2025, 18.214823.22, ECLI:NL:RBNNE:2025:3234
Samenvatting
De Noordelijke Fraudekamer van Rechtbank Noord-Nederland heeft uitspraak gedaan in vier strafzaken die voortkomen uit het onderzoek Hille, waaronder de strafzaak tegen voormalig Jumbo-topman X (verdachte). De Rechtbank heeft hem veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden.
De Rechtbank acht in de eerste plaats bewezen dat X door zijn medeverdachte (zie Rechtbank Noord-Nederland 7 augustus 2025, 18/321159-20, ECLI:NL:RBNNE:2025:3226) is omgekocht. Er is sprake van een langdurig patroon waarbij goederen door de medeverdachte gratis dan wel onder de marktwaarde geleverd werden aan verdachte in privé. In sommige gevallen is er een concrete tegenprestatie en is in feite voor de goederen betaald door Jumbo, door betaling van een sponsorfactuur aan door de medeverdachte aangedragen motorraceteams. Bij andere giften had de medeverdachte in elk geval de intentie om een voorkeursbehandeling te krijgen en voordeel te trekken uit de positie van verdachte bij Jumbo.
De Rechtbank acht daarnaast bewezen dat X zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte ten aanzien van vier sponsorfacturen. Die aan Jumbo gerichte sponsorfacturen hadden namelijk niet alleen betrekking op sponsorgeld, maar zagen ook op spullen die verdachte in privé werden geleverd.
De Rechtbank veroordeelt X ook voor witwassen. In zijn woning en werkplaats werd in totaal een bedrag van € 448.052,60 aangetroffen. Een deel daarvan lag in een Jumbotas in een koelkast en in enveloppen tussen boeken. Het geldbedrag bestond deels uit biljetten van € 500, € 200 en € 100. De Rechtbank acht bewezen dat het voor een bedrag van € 427.607,60 om crimineel geld gaat. De door verdachte zelf en door zijn familie en vrienden afgelegde verklaringen over de gestelde legale herkomst bleken steeds oncontroleerbaar, ongeloofwaardig en/of onjuist.
De Rechtbank overweegt onder meer dat X zich als CEO van Jumbo gedurende een langere periode schuldig heeft gemaakt aan (passieve) omkoping. Het blijft gissen waarom verdachte – die een gewaarschuwd man was – zich opnieuw met zijn medeverdachte heeft ingelaten. Verdachte heeft zich ten koste van Jumbo verrijkt met geld en spullen.
Ook heeft hij valsheid in geschrifte gepleegd, waardoor Jumbo op het verkeerde been is gezet en financiële schade heeft geleden.
Tot slot heeft hij een groot geldbedrag witgewassen, waardoor onderliggende criminaliteit wordt gefaciliteerd. Het is ook duidelijk dat dit witwassen heeft plaatsgevonden in de context van zware georganiseerde criminaliteit.
Bij de strafoplegging weegt de Rechtbank in het bijzonder mee dat sprake is van ernstige ondermijnende delicten gedurende een langere periode, gepleegd door iemand met een voorbeeldfunctie. Een deels voorwaardelijke gevangenisstraf zoals geëist doet geen recht aan de ernst van de feiten, terwijl er ook geen aanleiding is voor een voorwaardelijk strafdeel. De Rechtbank heeft X daarom veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden.
Noot
In tegenstelling tot de uitspraak die ik gelijktijdig becommentarieer, waarin een viertal fiscale delicten wordt beoordeeld, is hier geen fiscaal delict ten laste gelegd. Deze uitspraak ziet op (passieve) omkoping, valsheid in geschrifte en witwassen.
Vermoedelijk omdat de betrokkenheid van Jumbo de zaak mediageniek maakt, heeft deze veel aandacht gekregen. Onder andere de aangetroffen contanten wisten de aandacht te trekken. Meer nog dan de contanten, trekken de bij de omkoping geschonken negen erg dure gereedschapskisten mijn aandacht. Wat moet je met negen kisten? De niet erg fiscale vraag naar het waarom, als je als verdachte al behoorlijk vermogend bent, blijft bij lezing steeds hangen. Hier komt geen antwoord op, wat weer niet verbaast gelet op de volhardende ontkenning.
In deze noot een enkele (deels fiscale) observatie over omkoping en witwassen en afsluitend of er geen aanleiding was wel fiscaal te vervolgen.
Omkoping
Wanneer is iets een schenking, een gift, en wanneer is het meer? Bij een schenking is er een duidelijke bevoordelingsbedoeling, zonder dat daar een tegenprestatie tegenover staat. Bij omkoping is het motief natuurlijk wel dat er iets voor terugkomt. Wellicht een beetje verwonderlijk is deze tegenprestatie, of in elk geval het beogen daarvan, geen onderdeel van de delictsomschrijving. Van (niet ambtelijke) omkoping is op grond van artikel 328ter Sr. sprake indien de verdachte, anders dan als ambtenaar, werkzaam zijnde in dienstbetrekking of optredend als lasthebber, naar aanleiding van hetgeen hij in strijd met zijn plicht in zijn betrekking of bij de uitvoering van zijn last heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift, belofte of dienst aanneemt dan wel vraagt. Het ‘beschermde belang’, zoals dat zo mooi heet, is de zuiverheid van de dienstbetrekking, het vertrouwen tussen een werkgever en zijn werknemer (c.q. lastgever/lasthebber).
Het vaststellen van een concrete tegenprestatie is dus geen vereiste om tot een bewezenverklaring te komen van niet-ambtelijke omkoping. Wel moet er sprake zijn van het aannemen van de gift in strijd met de verplichtingen jegens de werkgever of lastgever. De Rechtbank stelt vast dat sprake is van het met regelmaat in privé gratis dan wel onder de marktwaarde spullen krijgen van de medeverdachte. In sommige gevallen is er wel een concrete tegenprestatie en is in feite voor de goederen betaald door Jumbo, door betaling van een sponsorfactuur aan door de medeverdachte aangedragen motorraceteams.
Witwassen
Bij een financieel delict is al snel ook sprake van witwassen. Zonder een duidelijk gronddelict kan eveneens (zelfs) sprake zijn van witwassen. Dan moet worden vastgesteld dat het niet anders kan zijn dan dat voorwerpen afkomstig zijn uit enig misdrijf. Het is aan het Openbaar Ministerie (OM) daarvoor bewijs aan te dragen. Slaagt het OM daarin, dan kan de verdachte een alternatief scenario schetsen dat ervoor zorgt dat toch niet kan worden uitgesloten dat er een legale verklaring is.
Ondanks de omkoping, ondanks de valse facturen, gaat de Rechtbank uit van witwassen zonder duidelijk gronddelict (en spreekt vrij van gewoontewitwassen omdat het stelselmatige niet is bewezen). Het vermoeden van witwassen baseert de Rechtbank onder andere op de aanwezigheid van veel contanten, bovendien in ongebruikelijke coupures en verborgen op vreemde plaatsen, alsmede op de omgang met een delinquent.
Laat je de omkoping en de valse facturen weg en betrek je de fiscaliteit niet in de verdenking, dan vind ik het vermoeden best redelijk dun. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het contante geld van hem was (en dat hij het geld nooit heeft opgegeven bij de Belastingdienst). Voorts heeft hij aangegeven dat hij veel contant geld in huis hield voor het geval hij overvallen zou worden. In dat geval zou hij ze met de contanten tevreden kunnen stellen. Dat is wellicht niet heel gebruikelijk, maar kan dat in een rijk milieu niet waar, misschien zelfs wel verstandig zijn?
De Rechtbank wijst nog op het gevaar van diefstal en dan onverzekerd zijn. Maar is dat niet juist de verklaring om dat geld op ongebruikelijke plaatsen te verstoppen en wat maakt, met alle respect, het al dan niet verzekerd zijn nog uit als je zeer vermogend bent en overvallen wordt?
Fiscale delicten
De aanwezige contanten heeft de verdachte niet opgegeven in zijn belastingaangifte. Dat maakt de aangifte onjuist. Omdat met contanten geen rendement wordt behaald, is het natuurlijk de vraag of gelet op het huidige box 3-debacle die onjuistheid ook kan strekken tot nadeel. In de hiervoor al aangehaalde noot over de medeverdachte schrijf ik wel over het strekkingsvereiste, hier laat ik dat verder rusten.
Zowel de omkoping als de valsheid in geschrifte heeft in privé op geld waardeerbaar voordeel opgeleverd. Naast de contanten zal dat voordeel ook niet in de belastingaangifte zijn verantwoord. Zonder al te veel fantasie zijn er dus onttrekkingen aan Jumbo waarneembaar, dan wel row. Gelet op de bedragen die in de uitspraak omgaan, kun je op grond van een fiscaal delict ook al snel tot deze straf komen.
De verdachte verklaart dat hij onderdelen van auto’s verkocht en voertuigen aan verzamelaars en hobbyisten. Deze zomer hadden vrienden en bekenden voor het eerst voor hem veel onderdelen via Marktplaats verkocht. Dit alternatieve scenario om aan witwassen te voorkomen, helpt niet indien een fiscaal delict (mede) de grondslag is voor het witwassen. Dit alternatief, dat door de Rechtbank als ongeloofwaardig wordt afgeserveerd, is immers al snel het bewijs voor het onjuist doen van belastingaangifte.
Conclusie
Deze zaak laat een aardig onderscheid zien tussen schenken en omkoping. Voor witwassen biedt het niet heel veel nieuws. Gelet op het feit dat die veroordeling misschien begrijpelijk is vanwege alle omstandigheden, maar wel aan de dunne kant qua bewijs, had ik me goed kunnen voorstellen dat à la Al Capone het OM toch ook het doen van onjuiste aangiften ten laste had gelegd. Het witwassen maakt in de bewoordingen van de Rechtbank namelijk het voornaamste deel uit van de veroordeling. Ik ben geen groot voorstander van het stapelen van delicten, maar in dit geval had het me niet verbaasd.
Stuur een reactie naar de auteur