Opzegging afspraak met overgangstermijn van twee weken is in dit geval redelijk

 NTFR2012/803 Opzegging afspraak metovergangstermijn van twee weken is in ditgevalredelijk HofDenBosch25november2011,nr.11/00102 Belastingjaar/tijdvak Trefwoorden Wetsartikelen Auteur LJN ECLI 2007Brondocument bijtelling, gerechtvaardigde belangen, toezegging Wet LB 1964-art. 13bis AWR-art. 26 BW Boek 7BW Boek 7-art. 900 mr. M.H.W.N. Lammers BV7549 ECLI:NL:GHSHE:2011:BV7549 Samenvatting In2001 heeftde inspecteur metde dga vanbelanghebbende eenafspraak betreffende de bijtelling privégebruik auto gemaaktdie inhoudtdatde bijtelling zalwordengebaseerd op de gemiddelde catalogusprijs vande twee auto’s die door belanghebbende ter beschikking wordengesteld.Vaststaatdatdeze afspraak in2007 contra legem is,omdatde bijtelling per auto dientplaats te vinden. Hetstaatde inspecteur inbeginselvrijeenvoor onbepaalde tijd aangegane overeenkomstop te zeggen.Weldientdaarbijrekening te wordengehoudenmetde gerechtvaardigde belangenvande belastingplichtige.Ditbetekentdatopzegging vande overeenkomst slechts kanplaatsvindenmetingang vaneeninde toekomstgelegentijdstip.Hoe lang de overgangstermijnis die de belastingplichtige zalwordengegund,is afhankelijk vande omstandighedenvanhetconcrete geval.De inspecteur heeftbelanghebbende de facto een overgangstermijnvantwee wekenverleend.Naar hetoordeelvanhethofwas datinhetonderhavige gevalvoldoende.Belanghebbende is geenlanglopende verplichtingenaangegaanenzijheefthaar bedrijfsvoering later ook nietaangepast.Hetgelijk is aande inspecteur. (Hoger beroep ongegrond.) Commentaar Als eeninspecteur eentoezegging doetaaneenbelastingplichtige,dangeefthijdaarmee aanhoe hijde fiscale regels zaltoepassenin hetconcrete geval.Nietalles watde inspecteur zegt,kanals eentoezegging wordengekwalificeerd.Om misverstandenover de reikwijdte eninhoud vande toezegging vande inspecteur te voorkomen,is hetverstandig om de toezegging vande inspecteur schriftelijk te latenvastleggen.Datheeftde inspecteur inditgevalook gedaan,namelijk ineenrapportvaneenboekenonderzoek.De inspecteur is op basis vanhetvertrouwensbeginselgebondenaandeze toezegging.Eenbelastingplichtige daarentegenis niet gebondenaande toezegging.Ditzaloverigens inde praktijk niettotproblemenleidenaangeziende toezegging vande inspecteur altijd gunstiger zalzijnvoor de belastingplichtige dande wet- enregelgeving.De belastingplichtige zalderhalve graag eenberoep doenop deze toezegging.De inspecteur dientdaarnaastde algemene beginselenvanbehoorlijk bestuur inachtte nemen.Ditis onder andere vanbelang als de inspecteur wenstterug te komenop de gedane toezegging.Er zijnmeerdere mogelijkhedenwaarom de inspecteur op eentoezegging wenstterug te komen: 1 de inspecteur toontaandater nieuwe feitenofomstandighedenzijnwaarmee hijtoenhijde toezegging deed redelijkerwijs niet bekend konzijnendie bovendienook,bezientegende achtergrond vande feitenofomstandighedendie hem welbekend waren,van voldoende gewichtzijnom terug te komenop heteerder ingenomenstandpunt, 2 de toezegging is zozeer instrijd metde wetdatde inspecteur om die redendaaraannietkanwordengehouden, 3 er is sprake vanonvoorziene omstandigheden,of 4 er is sprake vaneenwilsgebrek. Inde onderhavige zaak doetde tweede situatie zichvoor,te wetendatde toezegging zozeer instrijd is metde wetdatde inspecteur daaraannietkanwordengehouden.De inspecteur kanvanwege de toepassing vande algemene beginselenvanbehoorlijk bestuur de toezegging alleenvoor de toekomstopzeggen.De inspecteur moetdaarbijrekening houdenmetde gerechtvaardigde belangenvande belastingplichtige enhem eenredelijke termijn(overgangstermijn) stellenom de belastingplichtige instaatte stellende benodigde actie(s) te ondernemen.De duur vandeze overgangstermijnis afhankelijk vanfeitenenomstandighedenvanhetconcrete geval. Eeninspecteur die eentoezegging doetaaneenbelastingplichtige geeftdaarmee aanhoe hijde fiscale regels zaltoepasseninhet concrete gevalvandeze belastingplichtige.Datkaninvooroverleg zijn,maar ook naar aanleiding vanvragendie opkomenbijde behandeling vaneenaangifte oftijdens de bezwaarbehandeling.Nietalles watde inspecteur zegt,kanechter als eentoezegging wordengekwalificeerd ensoms ontstaater onduidelijkheid over de status vande uitlating vande inspecteur.Hierbijspeeltdan regelmatig de vraag welke rechtenbelastingplichtige kanontlenenaande gedane uitspraak. [1]Mr.M.H.W.N.Lammers is advocaatbijHertoghs advocaten– belastingkundigen. Bron:http://www.ndfr.nl/link/NTFR2012-803 Datum:28-4-2016 11:37:35 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFRmag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand ofopenbaar gemaakt in enige vorm ofop enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen ofenige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part ofthis publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher’s prior consent.
Dit bericht werd geplaatst in:

Stuur een reactie naar de auteur