Btw-schuld? Kom in actie!
Gepubliceerd in: Fiscaal up to Date
Datum: 08-02-2016
Auteur(s): C.E. van Dijk
Hummer 02
8
februari
2016
Btw-schuld? Kom in actie!
Bij het opmaken van de jaarstukken van een
onderneming komt men er dikwijls achter dat
nog btw moet worden voldaan. Dat kan ver-
schillende oorzaken hebben, zoals btw die
(nog) verschuldigd is vanwege het privégebrulk
van goederen
Mt
de onderneming of facturen
die verkeerd zijn ingeboekt. Op de balans van
de onderneming resulteert dit in
de
post
tog
te betalen btw'. Het kan ook zijn dat men ge-
durende het Jaar een btw-schuld constateert.
Een btw-schuld is btw die in de afgelopen vijf
Jaren verschuldigd was en die niet of niet tijdig
na afloop van een tijdvak is voldaan. Een btw-
schuld kan resulteren in een naheffingsaanslag
en mogelijk (meerdere) boetes.
Actie
Om het risico op deze (hoge) boetes te verkleinen
moet de btw-schuld zo snel mogelijk worden
gemeld bij de Belastingdienst. Uit het landelijke
project 'Inning balansschulden BTW' blijkt dat
de Belastingdienst de voldoening van btw-
schulden hoog op de agenda heeft staan. Eén
ding staat daarom vast: zodra u een btw-schuld
constateert, is actie geboden!
In deze bijdrage gaan wij in op acties die u moet
ondernemen zodra u een btw-schuld constateert.
Ook gaan wij In op de gevolgen van het wel of
niet melden van een btw-schuld. Wij bespreken
hierbij de verschillende boetes dle de Belasting-
dienst kan opleggen, het (controle)beleid van de
Belastingdienst en een opmerkelijke situatie die
extra aandacht vereist. Wij sluiten af met een
samenvattend stroomschema.
Wanneer moet u de btw-schuld
aangeven?
Vanaf i januari 2012 geldt op grond van art. boa
van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
(hierna: AWR) voor bepaalde gevallen een actieve
informatieplicht ten aanzien van onjuistheden
of onvolledigheden In (voor de belastingheffing
Mr.
CE. van Dijk 8c
B.P.
Scholten
MSc,
verbonden
Gan
respectievelijk De Bont Advocaten
en
PwC
Belastingadviseurs
van belang zijnde) gegevens. Deze bepaling is
ook van toepassing bij het constateren van een
btw-schuld. U bent dus verplicht om een gecon-
stateerde btw-schuld te melden.
De juiste en volledige inlichtingen, gegevens of
aanwijzingen kunt u verstrekken door het indie-
nen van een suppletieaangifte. Het indienen van
een suppletie is alleen noodzakelijk indien het
saldo van de onjuistheden of onvolledigheden
meer dan € Loon bedraagt (te betalen of terug
te ontvangen). Als blijkt dat minder dan € 1.000
moet worden betaald of terug ontvangen, dan
kan het saldo worden verrekend met de eerst-
volgende aangifte.
Hoe moet u een suppletie indienen?
Via de website van de Belastingdienst kunt u
een suppletieformulier downloaden. Deze kunt
ti vervolgens Invullen en toezenden aan de Be-
lastingdienst. Het Is eveneens mogelijk om een
digitaal suppletieformulier In te dienen via het
beveiligde gedeelte van de website van de Belas-
tingdienst.
wat
zijn de gevolgen van het indienen
van een suppletie?
Wanneer u een suppletie Indient omdat u een
btw-schuld constateert, dan leidt de suppletle tot
een naheffingsaanslag ter hoogte van de btw-
schuld. Afhankelijk van de hoogte van het te sup-
pleren bed rag (c.o. de btw-schuld) legt de inspec-
teur wel of geen verzuimboete op. De Inspecteur
legt geen verzulmboete op Indien de naheffing (0
EUR 20.000 of minder bedraag of (10 minder
bedraagt dan 10% van het btw-bedrag dat reeds
is voldaan over het tijdvak waarop de suppletle
betrekking heeft. In de overige gevallen legt de
inspecteur een boete op van 5% van de naheffing
met een maximum van EUR 5.278 (artikel 67c AWR
Jo paragraaf 24A Besluit Bestuurlijke Boeten
Belastingdienst, hierna: BBBB).
wat
zijn de gevolgen als u geen
suppletie indient?
Blijkens de wettelijke bepalingen bent u
gehouden de suppletie in te dienen voordat u
weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de
Nummer 02
Pagina 17
8 februari 2016
inspecteur bekend is of zal worden met de btw-
schuld. U bent mitsdien te laat als u bij het In-
dienen weet of vermoedt dat de inspecteur al op
de hoogte is van de btw-schuld. U bent bijvoor-
beeld ook te laat als reeds een boekenonderzoek
Is aangekondigd.
Ondanks dat het niet doen van aangifte en het
niet betalen van een btw-schuld twee verschil-
lende beboetbare gedragingen zijn, volgt
nit
paragraaf 28A BBBB dat de inspecteur voor deze
twee gedragingen slechts één boete oplegt.
Uiteraard hebben wij hiertegen geen enkel
Meld een btw-schuld zo snel mogelijk om het risico op
(hoge) boetes te verkleinen
Als de inspecteur de btw-schuld constateert voor-
dat u een suppletie indient, leidt dit ook tot
een
naheffingsaanslag alsook tot één of meerdere
boetes. Het niet (tijdig) doen van aangifte en het
niet (tijclig) betalen van btw zljn twee verschillende
beboetbare gedragingen. Daarnaast kan de
inspecteur ook een boete opleggen voor het niet
nakomen van de informatieverplichting (c.q. niet
melden van de btw-schuld) uit art ma AWR.
Op het niet (tijdig) doen van aangifte staat een
verzuimboete met een maximum van € 131 (art.
67b AWR, juncto paragraaf 22
FMB).
Op het niet
(tijdig) betalen van btw staat een verzuimboete
van 10% van de naheffing tot een maximum van
€ 5.278 (art. 67c AWR, juncto paragraaf 24 81384 of
•
(Indien sprake is van opzet c.q. grove schuld) een
vergrijpboete tot een maximum van 100% van de
naheffing (art. 67f AWR, juncto paragraaf 28
MBE).
Ter zake van het niet melden van de btw-schuld
kan een vergrljpboete worden opgelegd van
100% van de naheffing (art. ma AWR, juncto
paragraaf 28E BBBB). Voorwaarde voor het opleg-
gen van deze vergrijpboete is dat het niet
melden van de btw-schuld is te wijten aan opzet
of grove schuld.
Bij een samenloop van enerzijds het niet doen
van aangifte en/of het niet betalen en anderzijds
het niet melden van de btw-schuld, legt de
inspecteur twee afzonderlijke boetes op
(paragraaf 28a BBBr3). Hierbij merken wij op dat
de gezamenlijke hoogte van de twee boetes de
wettelijke maximumboete voor de hoogst
beboetbare van belde gedragingen niet te boven
mag gaan. Met andere woorden, de inspecteur
kan maximaal een boete opleggen van
t00%
van de naheffing. Dit maximum geldt overigens
niet als al een boete is opgelegd voor het niet
melden van de btw-schuld en u vervolgens als-
nog de btw-schuld niet aangeeft of betaalt.
bezwaar. Wij vinden het echter wél bezwaarlijk
dat de staatssecretaris het niet betalen en het
niet melden van een btw-schuld als twee ver-
schillende gedragingen aanmerkt en hiervoor
dubbele boetes oplegt. Dit lichten wij in de
volgende paragraaf toe.
Samen loop
Naar ons oordeel Is het niet melden van de btw-
schuld via een suppletle en het niet of te laat beta-
len van btw onlosmakelijk met elkaar verbonden
nu zij hun oorzaak vinden in hetzelfde feitencom-
plex. Opvallend Is dat paragraaf 28A HEM ook zelf
spreekt over 'samenloop
% maar vervolgens wel de
opdracht geeft om
twee afzonderlijke
boetes op te
leggen. De Inspecteur berekent de boetes over
eenzelfde grondslag, namelijk het bedrag van de
naheffing. Naar onze mening is het één gedraging
die uit twee onlosmakelijk verbonden elementen
bestaat. Het opleggen van twee afzonderlijke
boetes leidt naar onze mening dan ook tot een on-
evenredige beboeting.
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs
(hierna: NOB) Is ook deze mening toegedaan. De
NOB heeft in een brief van 7 oktober 2011
(Fidazon5193) commentaar geleverd op het
Wetsvoorstel BelastIngplan/Ovedge fiscale
maatregelen 2012 waarin de informatie-
verplichting uit art. Ma AWR werd voorgesteld.
De NOB vraagt zich In de brief af of het werkelijk
de bed oefIng Is dat voor de btw de vergrijpboete
van art. Ma AWR wegens het niet nakomen van
de meldplicht kan samenvallen met de vergrijp-
boete van art. 67f AWR wegens het niet of te laat
betalen van een aangiftebelasting. Het stand-
punt van de NOB is dat belastingplichtigen hier-
door twee keer beboet worden voor ter zake van
In wezen dezelfde gedraging hetgeen leidt tot
overkill en een disproportionele bestraffing. Het
kabinet is een andere mening toegedaan. Uit de
Nota naar aanleiding van het verslag volgt dat
Pagina 18
Nummer 02
8 februari 2016
het kabinet geen enkele aanleiding ziet om - op
basis van wettelijke bepalingen - één van de
twee vergrijpboeten te matigen. Het kabinet
ziet het niet nakomen van de Informatiever-
plichting en het niet nakomen van de betaalver-
plichting als twee wezenlijk verschillende gedra-
gingen, die In de tijd uit elkaar (kunnen) liggen
en ook niet uit elkaar voortvloeien. Dit stand-
punt neemt de Minister van Financiën ook in
zijn brief van 3 november 2011 (Fida2o115251) aan
de Tweede Kamer in:
"De informatieverplichting is een nieuwe verplich-
ting met een eigen boete. Bij het niet nakomen van
meerdere verplichtingen kan een belastingplichtige
meerdere boeten krijgen. In
het
voorbeeld van de
heer
Omtzigt betaalt
de belastingplichtige
te
wei-
nig belasting én verzwijgt dit opzettelijk
of is
grof
schuldig nadat hij daarmee bekend is geworden.
Hij
kan dan inderdaad tweemaal een
boete krijgen,
niet omdat er strenger gestraft wordt,
maar orndot
de belastingplichtige bewust meerdere beboetbare
feiten heeft begaan. Dat is
nonfat
anders indien de
belastingplichtige bijvoorbeeld niet tijdig aangifte
doet
én de verschuldigde belasting niet betaalt. Met
het opleggen van een boete bij het niet nakomen
van
de informatieverplichting
beoogt het
kabinet
het
belong
te
benadrukken dat
het
hecht aan het
delen van voor de belastingheffing relevante in for-
matie. Het gaat bovendien om gevallen
waarin
de
Informatie bij uitstek beschikbaar is bil de betas-
tingplichtige. Het Iran dan niet zo
zijn
dat
die be-
lastingplichtige de
Belastingdienst
die informatie
onthoudt. Het bestrijden van belastingfraude, dus
het
bevorderen van
compliance,
staat
hoog op mijn
fiscale agenda. De in formatieverplIchting is daarbij
onmisbaar:'
In de praktijk zien wij dat inspecteurs inderdaad
twee afzonderlijke boetes opleggen. Wij zien
echter ook dat inspecteurs op eigen initiatief en
met de argumentatie dat sprake is van 'samen-
loop' één van de twee boetes matigen (waarbij
Wat is het (controle)beleid van de
Belastingdienst bij btw-balansschulden?
Zoals aangegeven heeft het Ministerie van
Financiën/de Belastingdienst de afdracht van
btw-schulden hoog in het vaandel staan. Dit
volgt
Mt
het op 1januari2013 gestarte landelijke
project 'Inning balansschulden BTW'. De Belas-
tingdienst vergelijkt Ineen systeem de aangele-
verde winstaangiften met de Ingediende (sup-
pletie)aangiften btw van voorgaande Jaren.
Indien de Belastingdienst onverklaarbare ver-
schillen constateert die resulteren in een btw-
schuld, dan stuurt de Belastingdienst een brief
met daarin een aankondiging van een nahef-
fingsaanslag.
Pe
gedachte achter dit project is
dat de Belastingdienst op deze manier met wei-
nig inspanning een hoge opbrengst voor de
schatkist realiseert.
De Belastingdienst merkt het enkele vermelden
van een btw-schuld op de balans niet aan als
een vrijwillige verbetering. Bij een controle van
de Belastingdienst zijn de consequenties
Mt
de
paragraaf 'wat zijn
de
gevolgen als u geen sup-
pletie indient?' in dat geval van toepassing. Ons
advies is dan ook om zo snel mogelijk na het
constateren van een dergelijke btw-schuld een
suppletie in te dienen. Op deze wijze kunt u
(hoge) boetes voorkomen.
Volledigheidshalve merken wij op dat uit docu-
menten afkomstig van de Staatssecretaris naar
aanleiding van een WOB-verzoek volgt dat de Be-
lastingdienst ondernemers met een btw-schuld
van meer dan € 5o.000 al* aan een schuldon-
derzoek onderwerpt, bij voorkeur via een boeken-
onderzoek. Het schuldonderzoek vindt in ieder
geval plaats ter zake van het niet betalen en het
niet melden van de btw-schuld. Afhankelijk van
de uitkomst van dit onderzoek legt de inspecteur
een verzuimboete of vergrijpboete(s) op. Bij een
btw-schuld onder de € 50.000 vindt In beginsel
geen schuldonderzoek plaats.
Actief schuldonderzoek door Belastingdienst bij een btw-schuld
van meer dan (50.000
de gezamenlijke hoogte van de twee boetes niet
de wettelijke maximumboete van 100% van de
naheffing te boven gaat). Hieruit leiden wij at
dat ook sommige Inspecteurs moeite hebben
met deze dubbele beboeting.
Let op: opmerkelijke situatie met betrekking
tot een btw-schuld die ontstaan bij de inkoop
van een dienst uit het buitenland!
Het 'tijdstip van verschuldigdheid' bepaalt in
welk aangiftetijdvak de btw-schuld ontstaat. Op
Nummer 02
Pagina 19
8 februari 2016
grond van art. 13 Wet 08 1968 ontstaat het tijd-
stip van verschuldigdheid op het moment waar-
op de factuur wordt uitgereikt of het moment
waarop deze uiterlijk had moeten worden uit-
gereikt (ook wel het factuurstelsel genoemd).
Een uitzondering hierop vormt een vooruit-
betaling. in dat geval ontstaat de btw-schuld op
het moment dat de betaling is ontvangen.
Een opmerkelijke situatie doet zich voor bij
BaB-diensten verricht door een buitenlandse
ondernemer waarbij de heffing van btw is
verlegd naar de Nederlandse afnemer (art. 12,
tweede lid, Wet OB 1968). De verschuldigdheid
van btw ontstaat in dat geval bij de afnemer op
het tijdstip
waarop
de dienst
wordt verricht.
Dit
kan een probleem opleveren voor de afnemer
van de dienst. Dit lichten wij aan de hand van
een voorbeeld toe.
Stel dat u een (btw-belaste)adviesdienst inkoopt
bij een Duits belastingadvieskantoor. Li krijgt op
35 december het advies opgeleverd. Gelet op
vorenstaande bent u op dat moment de btw
verschuldigd. U moet dus In de laatste btw-aan-
gifte over het betreffende jaar de verschuldigde
Nederlandse verlegde btw voldoen. Een pro-
bleem ontstaat als u de factuur van het advies-
kantoor pas ontvangt nadat u de betreffende
btw-aangifte heeft ingediend. immers, hoe weet
u ten tijde van het Indienen van de btw-aangifte
hoeveel (verlegde) btw u op uw btw-aangifte
moet voldoen als u de factuur voor deze dienst
nog niet heeft ontvangen?
De Wet OB 1968 geeft niet aan hoe u in voren-
staand voorbeeld uw verschuldigde btw ter zake
van de ingekochte adviesdienst zonder factuur
moet vaststellen. Als u deze verschuldigde btw
niet in het juiste aangiftetijdvak voldoet, ontstaat
een btw-schuld. Een mogelijkheid is om contact
op te nemen met de clienstverrichter en te vragen
naar het factuurbedrag. Als de dienstverrichter
dit echter nog niet in kaart heeft (bijvoorbeeld in-
dien een succes-fee is afgesproken) is het naar
onze mening ook denkbaar dat u op basis van een
schatting de (verlegde) btw voldoet. Indien bij
ontvangst van de factuur de schatting niet juist
blijkt te zijn, moet u afhankelijk van het verschil
tussen de schatting en het factuurbedrag alsnog
een suppletie indienen voor de ontstane btw-
schuld. Dit leidt tot een naheffingsaansiag, maar
mogelijk ook tot een verzuimboete. Wij menen
' dat deze opmerkelijke situatie dan ook zeer on-
rechtvaardig kan uitpakken.
Indien de hiervoor beschreven situatie bij u
voorkomt, raden wij u aan contact op te nemen
met uw inspecteur om af te stemmen hoe u
hiermee om moet gaan. Onze ervaringen uit de
praktijk zijn wisselend. Sommige inspecteurs
keuren het goed alsnog aan te sluiten bil de fac-
tuurdatum om het tijdstip van verschuldigdheid
van btw te berekenen. Andere inspecteurs zitten
echter strak in de wedstrijd en leggen een nahef-
fingsaansiag op (met mogelijk een boete indien
de btw-schuld boven de bedragen uitkomt zoals
vermeld in de paragraaf 'Wat zijn de gevolgen
van het indienen van een suppletie?') nadat u
een suppletie heeft Ingediend.
eder aup0kWngadlend
1
---
VoOrdat de inspeeleur bekerri
it on
veerdi
(vra ea.
Bedraagt
de blwrs OM
,..i
J
A
aangevancrigd
020.000 attainder?
bcekenatudersoeld mat de
blveveladdi
Pang inter
achutdoncl~ *sr
Belasilnedend MI:bred.%
gat near
dan
£10.000
Bectrangl de bte-sehurd
JA
mtrder
dan 10% av.e
hg
bedrag in bat tij draak weern0
desupprefie Infra:Wang been]
ngdrenstregt ern
anatlag met cal
eli 10% met
een
a €5278 op
llilindiielsl lank ten
giaanitan en%
een
boe
te
•10a AWR
I
met em ~mum
van 100%
A TIESIGEVOLGEN:
De Bedislingdlend
legt
ban
1
1,
baffin05%
1
0.1bg one lee,
Veritemboe% 51e nil
een
maximum vana210 op
Biw-schuld:
1
-
110fildeld dal u
uw
%dig
Ingediende bbreaangillele
1
vakfighbe 10erT aangageven,
Is do bbesebutd per
tiler)
L
minder dan €1.000?
Veneken
da
b/w-seta/din
de
'oval p2gende bbv-aang111
1
!
be
tielaslinzdkns1 leg'
een
nabe%nr2
m
ans9lapg mended
Pagina 20
Nummer 02
8 februad 2016
Samenvattend stroomschema
Voor een totaaloverzicht van de mogelijkheden
en risico's adviseren wij onderstaand stroom-
schema te raadplegen in combinatie met de uit-
gebreidere analyse zoals hiervoor is uiteengezet.
Geraadpleegd
Brief van de Nederlandse Orde van
Belastingadviseurs van 7 oktober 20n aan
de Vaste Commissie voor Financiën van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal met daar-
in het commentaar op het wetsvoorstel be-
lastingplan 2012 en het wetsvoorstel overige
fiscale maatregelen 2012: Fida20115193;
•
Brief van de Staatssecretaris van Financiën
van 8 mei 2015 aan Proced betreffende de
beslissing op woB verzoek over landelijk
project Inning balansschulden btw (Actie
balansschulden btw): Fida2m53238;
•
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
23 december 2015, nr. BLKB2o15/429M;
•
Kamerstukken
ii,
2010
-
2011,33.004, nr. 5, p.34;
•
Kamerstukken
II,
2011-2012,
33.o03, nr. 17,
p. 26 en 27;
•
littp://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/
con nect/bldcontentnI/belastingdienst/za-
kel ijk/htw/btw_aa ngifte_doen_en_betalen/
aangifte_corrigeren/;
http://vvww.belastingdienst.nl/wps/wan/
con nect/bldcontentn l/the maoverstijgend/
programmas_en_formulieren/suppletie_
omzetbelastingx