Regimewijziging kansspelbelasting buitensporige last? Schadevergoeding

NLF 2017/683

HR 17 maart 2017, 15/04164
ECLI:NL:HR:2017:442

SAMENVATTING

X bv stelt kansspelautomaten tegen vergoeding ter beschikking aan met name uitbaters van horecagelegenheden. Na verwijzing door de Hoge Raad (12/04122, ECLI:NL:HR:2014:1523) moest Hof Den Haag beoordelen of de introductie van de kansspelbelasting voor X bv heeft geleid tot een individuele en buitensporige last. Het Hof heeft die vraag bevestigend beantwoord en X bv een schadevergoeding toegekend van (maar liefst) € 1.364.740. De staatssecretaris komt terecht op tegen het oordeel van het Hof dat de keuze van de wetgever om kansspelautomaten met ingang van 1 juli 2008 naar dezelfde grondslag in de heffing van kansspelbelasting te betrekken als tafelspelen in een casino, in het geval van X bv heeft geleid tot een individuele en buitensporige last. De keuze van de wetgever kan voor een belastingplichtige alleen dan leiden tot een individuele en buitensporige last indien en voor zover deze last zich in diens geval sterker laat voelen dan in het algemeen. Het Hof had moeten onderzoeken of de regimewijziging zich in het geval van X bv sterker liet voelen dan in het algemeen, aldus de Hoge Raad. Indien moet worden aangenomen dat het Hof dergelijke omstandigheden wel heeft meegewogen, is het oordeel ontoereikend gemotiveerd. Bij de vaststelling van de schadevergoeding is het Hof voorts ten onrechte uitgegaan van de geconsolideerde jaarstukken van X bv en haar dochtervennootschappen. In deze procedure kan uitsluitend een vergoeding worden vastgesteld voor schade die X bv heeft geleden doordat zij zelf in de heffing van kansspelbelasting wordt betrokken. Ook het door X bv ingediend incidenteel cassatieberoep slaagt. Indien sprake is van een individuele en buitensporige last als gevolg waarvan X bv recht heeft op een schadevergoeding, heeft zij tevens recht op vergoeding van wettelijke rente. De zaak is verwezen naar Hof ArnhemLeeuwarden. Conform conclusie A-G Ettema.

NOOT
Ik verwijs naar mijn noot bij arrest van de Hoge Raad met nummer 15/04187 (NLF 2017/0682).

Stuur een reactie naar de auteur