Wrakingsverzoek is geen bijzondere omstandigheid bij overschrijding redelijke termijn

 NTFR2015/1368 Wrakingsverzoek is geen bijzondere omstandigheid bijoverschrijding redelijke termijn Hoge Raad17april2015,nr.14/02923 2008Brondocument Awb-art. 8:73 Belastingjaar/tijdvak Wetsartikelen Auteur BNB ECLI mr. M.H.W.N. Lammers 2015/136 ECLI:NL:HR:2015:961 Samenvatting Aanbelanghebbende zijninhetkader vanhetProjectBank Zonder Naam navorderingsaanslagenenboetes opgelegd.HofDenHaag 30 april2014,nrs.13/00058 en13/00070,NTFR2014/2922,heeftgeoordeeld datde redelijke termijnnietis overschredenendatde boetes dus nietverminderd worden.Daarbijheefthethofinaanmerking genomendatde vertraging vanvier maandendoor een wrakingsverzoek bijde rechtbank,voor rekening vanbelanghebbende komt.De Hoge Raad vernietigtde hofuitspraak onder verwijzing naar HR7 november 2014,nr.13/04302,NTFR2014/2725.Volgens de Hoge Raad doeteenbijzondere omstandigheid die een langere termijndantwee jaar rechtvaardigtzichnietvoor indiende behandeling vaneenzaak ter zitting moetwordenonderbroken omdateenwrakingsverzoek is ingediend.Inditgevalis dansprake vaneenoverschrijding vanminder danzes maanden. De Hoge Raad doetde zaak zelfafenvermindertde boete van50% toteenboete van47,5%. Feiten 2.1.De bestredennavorderingsaanslagen,boetenenverhogingenenbeschikkingeninzake heffingsrente houdenverband methet zogenoemde projectBank Zonder Naam. Geschil 2.2.1.HetHofheeftonder meer geoordeeld datbijde beantwoording vande vraag ofde redelijke termijnvoor berechting vande zaak is overschreden,de vertraging vanvier maandendie hetgevolg was vanhetter zitting vande Rechtbank gedane wrakingsverzoek voor rekening vanbelanghebbende komt.Middel3 keertzichtegenditoordeel. Rechtsoverwegingen 2.2.2.Bijde behandeling vanditmiddelwordthetvolgende vooropgesteld. Eenbijzondere omstandigheid die eenlangere termijnvanbehandeling dantwee jaar rechtvaardigt,doetzichinbeginselnietvoor indiende behandeling vaneenzaak ter zitting moetwordenonderbrokenomdateenverzoek totwraking is ingediend (zie HR7 november 2014,nr.13/04302,ECLI:NL:HR:2014:3119,BNB 2015/56 (red.NTFR2014/2725)). 2.2.3.Geletop hetvorenoverwogene getuigt’s Hofs oordeeldatde door de wrakingsprocedure veroorzaakte vertraging voor rekening vanbelanghebbende komtvaneenonjuiste rechtsopvatting.Hetmiddelslaagtderhalve. 2.3.De overige middelenkunnenniettotcassatie leiden.Ditbehoeft,gezienartikel81,lid 1,vande Wetop de rechterlijke organisatie, geennadere motivering,nudie middelennietnopentotbeantwoording vanrechtsvrageninhetbelang vande rechtseenheid ofde rechtsontwikkeling. 2.4.’s Hofs uitspraak kannietinstand blijven.De Hoge Raad kande zaak afdoen.De uitspraak vanhetHofende stukkenvanhet geding bevattengeenaanwijzingendatsprake is vanfeitendie aanleiding kunnengevenom vanhethiervoor in2.2.2 genoemde beginselafte wijken.Daarom is sprake vanoverschrijding vande redelijke termijnmetminder danzes maanden.Inverband daarmee wordende onderhavige verhogingenenboeten,door hetHofverminderd tot50 percentvande boetegrondslag,verder verminderd met vijfpercentdaarvantot47,5 percent. (Volgtvernietiging vande hofuitspraak envermindering vande boetes tot47,5%.) Commentaar Indeze zaak gaathetom de vraag ofde tijd die gemoeid is meteenwrakingsverzoek de redelijke termijnverlengt.De rechtbank oordeelde datdithetgevalis.Hetgerechtshofslootzichdaarbijaan.Tegendeze oordelenis de belastingplichtige metsucces in cassatie gegaan.De Hoge Raad beslistdatzowelde rechtbank als hethofhetwrakingsverzoek tenonrechte als eenbijzondere omstandigheid heeftmeegenomendie ervoor zorgtdatde redelijke termijnwordtverlengd.Ditoordeelvande Hoge Raad ligtinlijnmet de beslissing van7 november 2014,nr.13/04302,NTFR2014/2725 ineengeschilover de lengte vande redelijke termijninrelatie tot de vergoeding vanimmateriële schade.Ook toenoordeelde de Hoge Raad dateenwrakingsverzoek geenbijzondere omstandigheid is die voor verlenging vande redelijke termijnzorgt.Uithetonderhavige arrestvande Hoge Raad enhethiervoor aangehaalde arrestvan 7 november 2014 volgtdathetbijwrakingsverzoekenkennelijk nietuitmaaktofde belastingplichtige éénofmeer verzoekenheeft ingediend.Ditligtanders inde situatie waarinwordtverzochtom uitstelvande zitting.Indeze laatste situatie heeftde Hoge Raad (HR 20 juni 2014,nr.13/01045,NTFR2014/1800) geoordeeld datonder omstandighedenhetmeermaals verzoekenom uitstelvande zitting kanleidentoteenverlenging vande redelijke termijn.Bijwrakingsverzoekenligtdatanders.Hetverschilkanmijns inziens worden verklaard door hetfeitdateenvolgend wrakingsverzoek – bijgelijke omstandigheden– eenvoudig door de rechter kanworden gepasseerd (art.8:16,lid 4,Awb).Daarnaastkan– als de wrakingskamer ‘klaar staat’ – de wraking directwordenbehandeld enkan vervolgens ook directuitspraak wordengedaan.Indienblijktdatde wraking tenonrechte heeftplaatsgevonden,kande inhoudelijke behandeling ter zitting wordenhervat.Eenenander zou– intheorie – dus op dezelfde dag kunnenplaatsvinden.Bijeenverzoek om uitstelligtdatwezenlijk anders omdatdaneennieuwe zittingsdatum – inoverleg metpartijen– moetwordengepland.Bovendienis het ineenrechtstaatvanbelang dateenbelastingplichtige zijntwijfels over de onpartijdigheid enonafhankelijkheid vande rechter moet kunnenuitenineenwrakingsverzoek,zonder dathijdaarbijte makenkrijgtmetnegatieve consequenties.Hetis danook inmijnogen terechtdatde Hoge Raad eenwrakingsverzoek nietkwalificeertals eenbijzondere omstandigheid die verlenging vande redelijke termijnrechtvaardigt. [1]Mr.M.H.W.N.Lammers is advocaatbijJaeger advocaten-belastingkundigente Amsterdam. Bron:http://www.ndfr.nl/link/NTFR2015-1368 Datum:28-4-2016 13:36:39 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFRmag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand ofopenbaar gemaakt in enige vorm ofop enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen ofenige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part ofthis publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher’s prior consent.
Dit bericht werd geplaatst in:

Stuur een reactie naar de auteur