Cassatieberoep niet-ontvankelijk omdat het niet tot een gunstiger beslissing kan leiden

Samenvatting


Rechtbank DenHaag heeftbijuitspraak van21 februari 2008 hetberoep vanbelanghebbende kennelijk niet-ontvankelijk verklaard
wegens hetnietbetaald zijnvanhetgriffierecht.Inverzetheeftde rechtbank ditoordeelbevestigd.Daarbijheeftde rechtbank in aanmerking genomendatde intrekking vanhetberoep pas na de uitspraak van21 februari 2008 was binnengekomen.Incassatie betoogtbelanghebbende datde intrekking vanhetberoep heeftplaatsgevondenvoordatde rechtbank op 21 februari 2008 uitspraak deed.De Hoge Raad verklaarthetcassatieberoep niet-ontvankelijk.Nuzowelde niet-ontvankelijkverklaring als de intrekking vanhet beroep ertoe leidtdathetberoep inhoudelijk nietverder wordtbehandeld,enbelanghebbende de grond waarop zijnberoep niet-ontvankelijk is verklaard (nietbetalengriffierecht) nietbetwist,kanhetcassatieberoep voor belanghebbende niettoteengunstiger beslissing leiden.


Feiten


3.1.Bijde bestredenuitspraak heeftde Rechtbank geoordeeld dathetberoep vanbelanghebbende bijuitspraak van21 februari 2008
terechtniet-ontvankelijk was verklaard wegens hetnietbetalenvangriffierecht.Daarbijheeftde Rechtbank inaanmerking genomendat de (onvoorwaardelijke) intrekking vanhetberoep pas na die uitspraak was binnengekomen.(…)
Geschil
3.1.(…) Tegendatlaatste oordeelrichtenzichde klachtenvanbelanghebbende methetbetoog datintrekking vanhetberoep heeft
plaatsgevondenvoordatde Rechtbank op 21 februari 2008 uitspraak deed.
Rechtsoverwegingen
3.2.Nuzowelde niet-ontvankelijkverklaring als de intrekking vanhetberoep ertoe leidendathetberoep inhoudelijk nietverder wordt
behandeld,enbelanghebbende de grond waarop zijnberoep niet-ontvankelijk is verklaard (nietbetalenvangriffierechtaande Rechtbank) nietbetwist,kanhetberoep incassatie voor hem niettoteengunstiger beslissing leiden.Belanghebbende heeftdanook geenbelang bijeenbeslissing op zijnberoep incassatie.Datberoep dientderhalve niet-ontvankelijk te wordenverklaard.
3.3.De vraag ofbelanghebbende ook reeds niet-ontvankelijk zoumoetenwordenverklaard omdathijniettijdig heeftvoldaanaanzijn verplichting totbetaling vanhetvoor hetinstellenvanberoep incassatie verschuldigde griffierecht,laatde Hoge Raad uitoverwegingen vanproceseconomie buitenbeschouwing,nude beantwoording vandie vraag nietkanleidentoteenandere beslissing danonder 3.2 gegeven.
(Volgtniet-ontvankelijkverklaring.)


Commentaar

De rechter kanhetberoep niet-ontvankelijk verklarenindien(i) hetgriffierechtniettijdig is voldaan,(ii) de beroepstermijnis
overschreden,(iii) nietis voldaanaande eisenvande inhoud vaneenberoepschriftof(iv) de belastingplichtige geenprocesbelang (meer) heeft.
Inditgevalheeftde rechtbank mettoepassing vande mogelijkheid vande vereenvoudigde afdoening (art.8:54 Awb) hetberoep vande belastingplichtige niet-ontvankelijk verklaard omdathetgriffierecht,ook na eenherinnering,nietis betaald.
De belastingplichtige gaathiermee nietakkoord entekentverzet(art.8:55 Awb) aan.Redenhiervoor is dathijvanmening is dathijhet beroep heeftingetrokken.Daarom heefthijgeengriffierechtbetaald.De rechtbank komtinzijnogendanook niettoe aaneen beoordeling vande ontvankelijkheid vanzijnberoepschrift.
Inverzetwordtde uitspraak over de niet-ontvankelijkheid vanhetberoep bevestigd.De rechter indeze verzetprocedure motiveertdeze bevestiging door vastte stellendatde intrekking vanhetberoep de rechtbank heeftbereiktnadatde uitspraak over de niet-ontvankelijkheid is uitgesproken.
Ook hiermee kande belastingplichtige zichnietverenigen.De belastingplichtige tekentop grond vanart.28 AWRberoep incassatie aanbijde Hoge Raad.
De Hoge Raad heeftinfeite drie mogelijkhedenom ditberoep incassatie afte doen.De eerste mogelijkheid is hetberoep incassatie niet-ontvankelijk te verklarenomdathetgriffierechtvoor de cassatieprocedure nietis betaald.De tweede mogelijkheid zietop het ontbrekenvanprocesbelang bijde belastingplichtige.Ook deze mogelijkheid leidttoteenniet-ontvankelijk verklaring vanhetberoep in cassatie.Totslotkande Hoge Raad hetberoep incassatie ongegrond verklarenomdatde belastingplichtige hetgriffierechtinde beroepsfase bijde rechtbank niettijdig heeftbetaald.
Aangeziende Hoge Raad inde eerste plaats de ontvankelijkheid vanhetberoep incassatie dientte beoordelenvaltde derde mogelijkheid directaf.Immers,om aandie beoordeling toe te komendientsprake te zijnvaneenontvankelijk beroep incassatie,terwijl hier contra-indicaties zijndathetberoep niet-ontvankelijk is.
Inditgevalkiestde Hoge Raad voor de mogelijkheid om hetberoep incassatie niet-ontvankelijk te verklarenwegen het ontbreken van procesbelang.Zoweldoor de niet-ontvankelijkverklaring als de intrekking vanhetberoep door de belastingplichtige kanhetberoep niet inhoudelijk wordenbehandeld.Hetberoep incassatie kanhierdoor geengunstiger beslissing voor de belastingplichtige opleveren.De conclusie vande Hoge Raad is danook datde belastingplichtige geenbelang heeftbijeenbeslissing op zijnberoep incassatie.
De Hoge Raad voegter inr.o.3.3 tenovervloede nog aantoe datde vraag ofde belastingplichtige niet-ontvankelijk moetworden verklaard inzijnberoep incassatie wegens hetnietbetalenvanhetgriffierechtbuitenbeschouwing kanblijven.Eenantwoord op die vraag kanimmers nietleidentoteenandere beslissing dande niet-ontvankelijkverklaring.


[1]Mr.M.H.W.N.Lammers is advocaatbijHertoghs advocaten– belastingkundigen.


Bron:http://www.ndfr.nl/link/NTFR2010-2435 Datum:25-4-2016 13:01:54

Dit bericht werd geplaatst in:

Stuur een reactie naar de auteur