Platformeconomie: Belastingheffing over de verkoop van mijn vintage Chanel tas?

Het leven wordt steeds duurder. Het is dus niet vreemd dat veel mensen proberen om wat bij te verdienen via digitale platforms zoals Airbnb, Bol.com, Marktplaats en Vinted. Als u deze inkomsten niet heeft aangegeven, bestaat echter de kans dat u binnenkort een vervelende blauwe envelop ontvangt met vragen over deze inkomsten. Dankzij nieuwe regels (DAC7) zijn online platforms vanaf dit jaar namelijk verplicht om bepaalde gegevens met de belastingdienst te delen.

In dit blog licht ik toe waarom platforms uw gegevens delen met de belastingdienst, welke platforms dat doen, vanaf wanneer zij dat doen en om welke gegevens het gaat. Ook bespreek ik of u belasting moet betalen over uw ‘platform-inkomsten’ en, indien u deze inkomsten niet heeft aangegeven, of het verstandig is om zelf de belastingdienst hierover in te lichten.

Verplichte informatieverstrekking en -uitwisseling: DAC7

Digitale platforms die hun platform ter beschikking stellen om commerciële activiteiten te verrichten zijn sinds de invoering van de Europese DAC7-richtlijn (hierna: de Richtlijn) op 1 januari 2023 verplicht om gegevens te delen met de belastingdienst van het land waar zij gevestigd (of geregistreerd) zijn. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat verkopers die op dergelijke platforms actief zijn niet altijd hun inkomsten opgeven aan de belastingdienst in het land waar zij (fiscaal) inwoner zijn. Het doel van deze richtlijn is dan ook het bevorderen van fiscale transparantie in de digitale economie en het verbeteren van de handhaving van de fiscale wetgeving. De belastingdienst wisselt de informatie vervolgens uit met de belastingdienst van het land waar de verkoper of verhuurder (fiscaal) inwoner is.

Vanaf welke datum worden uw gegevens gedeeld?

Het is afhankelijk van het moment waarop u zich heeft aangemeld als verkoper bij het platform wanneer uw informatie wordt gedeeld met de belastingdienst. Er wordt namelijk onderscheid gemaakt tussen gebruikers vanaf 2023 en gebruiker van vóór 2023.

Gebruikers vanaf 2023

Digitale platforms zijn sinds 1 januari 2023 verplicht om gegevens te verzamelen van nieuwe verkopers die zich in dat jaar hebben aangemeld als verkoper. Van deze ‘nieuwe’ verkopers moesten zij per 1 januari 2024 de gevraagde informatie delen met de belastingdienst over het kalenderjaar 2023. Op 31 januari 2024 was de eerste rapportage deadline hiervoor. Deze informatie zou dus inmiddels bekend moeten zijn bij de belastingdienst. Hoe deze eerste rapportage is verlopen is echter nog niet bekend.  

Gebruikers vóór 2023

Vanaf 1 januari 2024 zijn digitale platforms verplicht om gegevens van al hun verkopers te verzamelen. Het gaat daarbij dus om de verkopers die zich vóór 2023 hebben aangemeld bij een platform en nieuwe verkopers die vanaf dit jaar aanmelden. Deze gegevens moeten vanaf 1 januari 2025 worden gedeeld. Overigens worden dan geen gegevens verstrekt over uw verkopen en verleende diensten over 2022 en eerder.  

Welke digitale platforms delen informatie en voor welke activiteiten?

De Richtlijn is gericht op verkopers die in de EU wonen. Het gevolg daarvan is dat de verplichting om gegevens te delen in beginsel geldt voor elk digitaal platform, binnen maar óók buiten de EU, mits verkopers uit de EU actief zijn op het platform.

Indien een platform verkopers heeft die afkomstig zijn uit de EU dan moeten zij verplicht informatie verstrekken over de volgende activiteiten:

  • de verhuur van onroerende goederen;
  • het verlenen van persoonlijke diensten;
  • de verkoop van goederen; en
  • de verhuur van vervoersmiddelen.

De opgesomde activiteiten spreken allemaal wel tot de verbeelding met uitzondering van ‘het verlenen van persoonlijke diensten’. Wat moet daar nou onder worden verstaan? Volgens de Richtlijn is dat: “een dienst die een tijdgebonden of taakgerichte activiteit omvat die door een of meer natuurlijke personen wordt uitgevoerd, hetzij zelfstandig, hetzij namens een entiteit, en die wordt verricht op verzoek van een gebruiker, hetzij online, hetzij fysiek offline, na facilitering door een platform”. Dat is een mond vol maar schept niet echt duidelijkheid. U kan daarbij denken aan transport- en bezorgdiensten, bijles, schoonmaak- tuinier- of kluswerkzaamheden of administratieve, juridische of boekhoudkundige taken.[1] Voorbeelden van platforms die dergelijke diensten verlenen zijn Uber, Helpling en Werkspot.  

Een aantal platforms is echter uitgezonderd van de verplichtingen die volgen uit de Richtlijn. Dat zijn de platforms die het uitsluitend mogelijk maken om betalingen uit te voeren, advertenties te plaatsen of gebruikers doorverwijzen naar een digitaal platform.

Wordt echt iedere verkoop of dienst met de belastingdienst gedeeld?

Als u de media moet geloven, weet de belastingdienst straks precies dat u dit jaar de antieke kast van uw oma heeft verkocht en vorig jaar uw kledingkast heeft opgeruimd. Dat is gelukkig niet zo. De Richtlijn verplicht een platform namelijk pas om gegevens te delen vanaf 30 verkopen en/of verleende diensten per jaar, of als u minimaal € 2.000 omzet heeft in een jaar. Onder die grens worden uw gegevens niet gedeeld.

Het platform moet dan overigens wel bekend zijn met de bedragen die u heeft ontvangen. In het geval van Vinted loopt de betaling altijd via het platform zelf. Zij zijn dus altijd op de hoogte van de opbrengsten. Bij Marktplaats kan de betaling ook buiten hen om plaatsvinden. Als een platform geen kennis heeft of kan hebben over de betaling, zoals bij Marktplaats het geval kan zijn, dan hoeft de transactie niet gemeld te worden.

Welke informatie wordt gedeeld?

Indien het platform heeft vastgesteld dat u meer dan 30 verkopen heeft gedaan of minimaal € 2.000 heeft omgezet, dan zijn zij verplicht om uw gegevens te verstrekken aan de belastingdienst. Deze gegevens kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: uw persoonlijke gegevens en de gegevens over uw opbrengsten.

Bij uw persoonlijke gegevens gaat het erom dat de belastingdienst u moet kunnen identificeren. U kunt daarbij dus denken aan uw voor- en achternaam, geboortedatum, adres en uw BSN. Indien u zich bij het platform als bedrijf heeft aangemeld gaat het om de bedrijfsnaam, vestigingsadres, btw-nummer en het Kvk-nummer.

Met betrekking tot de gegevens over de opbrengst deelt het platform de bedragen die u heeft ontvangen, het aantal relevante activiteiten waarvoor is betaald en alle kosten of belastingen die het platform heeft ingehouden. Het gaat dus om een overzicht waaruit de belastingdienst kan afleiden hoeveel u in een bepaald jaar precies heeft ontvangen.

Kan ik iets doen als het platform onjuiste informatie deelt?

Wanneer een platform uw gegevens deelt met de belastingdienst, zijn zij verplicht om deze gegevens ook in een overzicht aan u door te geven. U bent er dus van op de hoogte wat de autoriteiten weten. Als u constateert dat er onjuistheden zitten in de gegevens, bijvoorbeeld over de hoeveelheid verkopen of de bedragen die u daarvoor heeft ontvangen dan is het van belang dat u contact opneemt met het platform. Zij kunnen dan alsnog de juiste gegevens kunnen doorgeven aan de belastingdienst. In dat kader is het wel aan te raden om een goede administratie bij te houden.

Als mijn gegevens zijn gedeeld, moet ik dan belasting betalen?

Mocht een platform uw gegevens delen met de belastingdienst dan betekent dat niet automatisch dat u ook belasting moet betalen.[2] Inkomsten zijn namelijk uitsluitend belast als er sprake is van een ‘bron van inkomen’. Daarvoor is vereist dat u deelneemt aan het economische verkeer, uit uw activiteiten redelijkerwijs voordeel kan verwachten en u dat voordeel ook beoogd. Ik bespreek deze drie vereisten hierna.

Deelname aan het economische verkeer

Van deelname aan het economisch verkeer is sprake als uw activiteiten plaatsvinden buiten de privésfeer. Bij verkoop op digitale platformen zoals Airbnb, Werkspot, Marktplaats en Vinted is de deelname aan het economische verkeer een gegeven. Dat gaat namelijk verder dan de privésfeer. Het is vervolgens nog de vraag of voordeel is te verwachten en of u dat beoogt.

Voordeel te verwachten

Meestal staat de vraag of voordeel is te verwachten ter discussie. Deze vraag moet in objectieve zin worden beantwoord. Dat betekent dat de belastingdienst niet kijkt of u daadwerkelijk voordeel heeft behaald. Relevant is de vraag of u met uw activiteiten voordeel had kunnen verwachten. Dat voordeel moet dan vervolgens blijvend winstgevend zijn. Als dat niet het geval is dan is ook geen sprake zijn van een ‘bron van inkomen’.

Wanneer u bijvoorbeeld uw designertas via Vinted verkoopt of uw auto via marktplaats dan is (meestal) geen voordeel te verwachten. De kans dat de opbrengst hoger is dan u heeft betaald is immers gering. Het is bovendien slechts een incidentele verkoop. Het wordt anders wanneer u op grote(re) schaal bijvoorbeeld kleding inkoopt bij een groothandel of een tweedehandswinkel en deze kleding direct weer (online) verkoopt. In dat geval is (in objectieve zin) winst te verwachten.

Voordeel beogen

De laatste voorwaarde is dat de activiteiten worden ontplooid met als doel om voordeel te behalen. In vrijwel alle gevallen waarbij u enigszins bedrijfsmatig te werk gaat, is het aannemelijk dat u deze activiteiten ontplooit om winst te behalen. Voordeel wordt echter niet beoogd wanneer u incidenteel uw gebruikte goederen verkoopt. Zelfs niet wanneer u wel winst heeft behaald op de verkoop van bijvoorbeeld een designertas of een horloge die in waarde is gestegen.

Kortom, u hoeft niet in alle gevallen belasting te betalen over uw opbrengsten. Daarvoor is vereist dat u meer dan incidenteel te werk gaat en u ook daadwerkelijk voordeel kan verwachten. U kan dus gerust uw designertas of auto verkopen online. Mocht u twijfelen of er bij u sprake is van een ‘bron van inkomen’ raadpleeg dan een fiscaal advocaat of een belastingadviseur om problemen achteraf te voorkomen.

Een onjuiste aangifte herstellen?

Het kan zijn dat u wellicht wel belastbare inkomsten heeft genoten uit uw verkopen en/of verleende diensten terwijl u deze niet heeft opgegeven bij de belastingdienst. Het is dan mogelijk om uw onjuiste aangifte inkomstenbelasting te herstellen. Dat noemen wij een vrijwillige verbetering (ook wel inkeerprocedure genoemd). Voor inkomsten uit arbeid die u niet eerder heeft aangegeven is inkeren (nog) mogelijk. Als u dat doet binnen twee jaar nadat de aangifte is ingediend, dan wordt geen boete opgelegd en wordt ook geen strafrechtelijk onderzoek gedaan. Wel moet u alsnog alle informatie over uw inkomsten verstrekken en de verschuldigde belasting en rente betalen. Straffeloos uw aangifte verbeteren is niet mogelijk wanneer u weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de belastingdienst met de onjuistheid in uw aangifte bekend is of bekend zal worden. Indien u wenst in te keren is haast dus geboden.

Het is voorlopig nog onduidelijk of verkopers die zich in 2023 hebben aangemeld bij een platform de aangifte nog straffeloos kunnen verbeteren. De gegevens van deze verkopers liggen namelijk inmiddels (of in ieder geval op korte termijn) bij de belastingdienst. Hoewel het niet met zekerheid valt te zeggen, verwacht ik, gezien de huidige lijn in de jurisprudentie, dat dit niet mogelijk is.[3] Voor de verkopers die zich voor 2023 hebben aangemeld is het verbeteren van de aangifte waarschijnlijk nog wel een optie.

Conclusie

Inkomsten die u heeft behaald met verkopen en/of verleende diensten op digitale platforms zijn belast wanneer sprake is van een ‘bron van inkomen’. Als u de afgelopen jaren dit soort inkomsten niet heeft aangegeven heeft u mogelijk een probleem omdat deze digitale platformen inmiddels door de invoering van de Richtlijn verplicht zijn om gegevens te verstrekken waardoor de belastingdienst exact weet wat u heeft verdiend. Als de belastingdienst naar aanleiding daarvan constateert dat u belastbare inkomsten had, die u niet heeft aangegeven, volgt een navorderingsaanslag en moet u de verschuldigde belasting alsnog betalen. Daarnaast moet u rente betalen en worden eventuele boetes opgelegd. In ernstigere gevallen kan de zaak zelfs strafrechtelijk worden vervolgd. Door het verbeteren van de aangifte kunnen boetes (of strafvervolging) mogelijk nog worden voorkomen.


[1] Commentary op de OESO Model Rules for Reporting by Platform Operators with Respect to Sellers in the Sharing and Gig Economy, paragraaf A, onder 15 e.v.

[2] Zie ook: Ministerie van Financiën 12 februari 2024 2024-0000158246, p. 3.

[3] Zie Hoge Raad 22 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:103 en Hof Den Haag 17 oktober 2023

ECLI:NL:GHDHA:2023:2033.

Stuur een reactie naar de auteur